Gemeenteraadsverkiezingen 2022: groot arsenaal dolende kiezers

Op 14, 15 en 16 maart 2022 vinden gemeenteraadsverkiezingen plaats. Een grote groep kiezers heeft landelijk de gevestigde partijen de rug toegekeerd, maar kan zijn onvrede over de politiek slecht kwijt omdat deze nieuw partijen in de meeste gemeenten niet meedoen.
31 januari 2022 | Peter Kanne & Asher van der Schelde | #democratie #gemeenten #politiek #verkiezingen

“Lokale partij” stabiel groot; CDA levert in

Rectificatie. In een eerder bericht (1 februari 2022) over onze landelijke peiling m.b.t. de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 is een slordige fout geslopen. In de tabel met de percentages per partij zijn voor een aantal partijen namen en percentages verwisseld. Voor de meeste partijen heeft dit geen grote consequenties, maar wel voor GroenLinks, Partij voor de Dieren, PVV, 50Plus en ChristenUnie. Voor GroenLinks, PvdD en PVV zijn de correcte percentages duidelijk hoger dan eerder gerapporteerd. Voor 50Plus en ChristenUnie vallen de uitkomsten lager uit.

Hieronder het bericht zoals het had moeten zijn.

De “lokale partij” zal hoogstwaarschijnlijk opnieuw de grootste worden: 32 procent denkt op zo’n partij te gaan stemmen. Het CDA daalt flink (-8%).
Op winst lijken PVV, PvdD, Volt, JA21 en FvD te staan, maar geen van deze partijen doet overal mee (deze partijen doen in  15 procent of minder van de gemeenten mee) en niet alle respondenten zullen zich dit half januari al ten volle hebben gerealiseerd. 

Nog veel onzekerheid

Echter, veel is nog onzeker.

In de eerste plaats omdat kiezers die voor de Tweede Kamer zouden willen stemmen op JA21, Volt of de BoerburgerBeweging – partijen die landelijk op flinke winst staan – maar heel beperkt tot niet bij deze partijen terecht kunnen. Ten dele komen deze stemmen terecht bij een lokale partij. Maar een groot deel van deze kiezers is zoekende.

Op winst staan PVV, JA21, Volt en FvD, maar geen van deze partijen doet overal mee, de nieuwe partijen maar in  15 procent van de gemeenten, en niet alle kiezers zullen zich dit ten volle realiseren. Hierdoor zal hun uiteindelijke stemmentotaal waarschijnlijk lager uitvallen.

In de tweede plaats omdat kiezers sowieso nog twijfelen tussen partijen. Van alle kiezers die zeggen te gaan stemmen in maart kan nog 21 procent geen partijnaam noemen. Van de degenen die wel een eerste voorkeurspartij kan noemen is nog maar 30 procent zeker van zijn/haar keuze, zeven op de tien dus nog niet.

Gemeentestem anders dan landelijke stem

Voorgenomen en uitgevoerde stemgedrag van kiezers voor de Tweede Kamerverkiezingen is duidelijk anders dan voor de gemeenteraadsverkiezingen. Als het gaat om voorgenomen stemgedrag (onze landelijke TK-peiling van midden januari) blijkt – gemiddeld – nog maar 53 procent uit te komen bij dezelfde partij voor de gemeenteraad. Hierbij moet opgemerkt worden dat een op vijf (21%) het nu nog niet weet. Een beperkte overlap TK/GR zien we – logischerwijs – bij nieuwe partijen als JA21, Volt en BBB die maar in weinig (of geen) gemeenten meedoen. Kiezers van de rechts-conservatieve partijen (PVV, FvD, JA21, BBB) die vaak niet meedoen komen relatief vaak uit bij een lokale partij.

Kiezers van Volt weten het vaak nog niet (24%) of gaan naar een lokale partij, D66 of GroenLinks. Relatief laag is de overlap bij D66, die in de meeste gemeenten wel meedoet, maar ook VVD en CDA – die bijna overal meedoen – kunnen niet automatisch rekenen op al hun landelijke kiezers.

De uitslag bij de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 is al helemaal geen voorspelling voor de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022. Van degenen die bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen stemden komt vooralsnog maar 39 procent uit bij dezelfde partij. (Ook hier de kanttekening dat 21% het nog niet weet). Relatief laag is de kiezerstrouw onder degenen die in maart 2021 stemden op D66 (29% is dat nu weer van plan) en CDA (33%). D66-kiezers wijken vooral uit naar links (GL, PvdA), de lokale partij of weten het nog niet. (Relatief) hoog is de overlap TK21/GR22 voor kiezers die in maart 2021 stemden op SGP, GroenLinks, PvdD en ChristenUnie. Zij weten hun kiezers dus vrij goed vast te houden (of, in geval van GroenLinks: leveren niet nog meer in). 

“Betaalbaar wonen” met stip op 1 als belangrijkste issue

Op de vraag “wat de drie belangrijkste onderwerpen bij de gemeenteraadsverkiezingen zouden moeten zijn” komt “betaalbaar wonen” met 45 procent bovenaan de prioriteitenlijst. Dit was 28 procent in maart 2018, het issue steeg van een derde naar een eerste positie. Het thema “Veiligheid, criminaliteit, openbare orde” wordt door 35 procent belangrijk gevonden en is daarmee het op een na belangrijkste issue. Zorg voor ouderen en Zorg voor gehandicapten hebben aan belang ingeboet, terwijl Zorg voor jongeren, jeugdhulp juist belangrijker is geworden voor de kiezers.  

Jongeren hebben andere prioriteiten dan middelbare en oudere kiezers

Jongeren hebben veel minder belangstelling voor de gemeentepolitiek dan ouderen. De opkomst is onder jongeren doorgaans ook (veel) lager dan onder ouderen. Om hier iets aan te doen is het goed te kijken wat jongeren van belang vinden. Zowel jongeren als ouderen vinden betaalbaar wonen erg belangrijk, maar onder jongeren is dat aandeel veel hoger (< 35 jaar: 58%) dan onder ouderen (65+: 38%). Daarnaast hebben jongeren duurzaamheid, groen in de buurt en zorg voor jongeren in hun top vijf staan. De jongste jongeren willen meer aandacht voor OV en fietsverkeer. Ouderen vinden juist zorg voor ouderen, leefbaarheid en gemeentelijke financiën belangrijk.

Vier op tien volgen gemeentelijke politiek; jongeren: een op vijf

De meeste kiezers volgen de gemeentelijke politiek niet op de voet; Slechts 4 procent doet dat wel. Een derde volgt het op hoofdlijnen en nog eens een derde zijdelings. Naarmate men ouder is heeft men duidelijk meer belangstelling. Onder jongeren is de belangstelling matig: een op vijf volgt het op de voet of op hoofdlijnen, 58 procent nauwelijks tot niet.

Kiezers kijken naar lokale kwesties

Ruim de helft van de kiezers (53%) gaat bij de keuze voor een partij bij de gemeenteraadsverkiezingen vooral af op kwesties en problemen die in de gemeente spelen. Slechts één op zeven (14%) kijkt meer naar landelijke kwesties en 31 procent zegt ‘beide evenveel’.

Stemmotieven

Gevraagd naar ‘stemmotieven’ blikt ook dat de standpunten / het partijprogramma van deze partij in mijn gemeente” het belangrijkst zijn voor de gemeentelijke kiezer (door 40% genoemd). Gevolgd door de ideologie (36%) en de “landelijke standpunten van deze partij” (29%). Het motief “Deze partij komt op voor mijn regio” is gestegen van 16 naar 21 procent.

Het rapport

Download hier het volledige rapport.

Verantwoording

Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 14 tot maandag 17 januari. In totaal werkten 2.230 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan het grootste deel van dit onderzoek. Het grootste deel van de steekproef (n=2113) is afkomstig het I&O Research Panel, 117 respondenten deden mee via PanelClix.  Dit zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond. 

De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.


[1] 1,9% noemt een andere partij, vrijwel altijd is dit een lokale partij

[2] 2018: Duurzaamheid, energiebesparing

[3] 2018: Zorg voor ouderen

[4] 2018: Zorg voor jongeren

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

afbeelding

Asher van der Schelde

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.