Versterk de lokale democratie!

De gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 lijken te hebben gefunctioneerd als een kortwerkende ‘peppil’: de tevredenheid met de democratie neemt direct na de verkiezingen licht toe en politiek cynisme neemt licht af.
25 juni 2018 | Milan Driessen & Peter Kanne
Versterk de lokale democratie!

Onderzoek in opdracht van het ministerie van BZK

Verkiezingen als peppil van de democratie

De gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 lijken te hebben gefunctioneerd als een kortwerkende ‘peppil’: de tevredenheid met de democratie neemt direct na de verkiezingen licht toe en politiek cynisme neemt licht af. De effecten zijn klein (maar significant) en vlakken weer enigszins af na enkele maanden. Dit blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van het ministerie van BZK. In dit onderzoek rondom de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 is de relatie tussen het politieke aanbod in de gemeentepolitiek en de manier waarop kiezers hierop reageren onderzocht.

Marginale invloed van politieke fragmentatie in de gemeenteraad

Er is sprake van nivellering van partijen, ook wel ‘fragmentatie’ genoemd. Het aantal effectieve partijen in gemeenteraden is toegenomen van 6,0 naar 6,8 partijen. De toegenomen fragmentatie is – voor zover we op basis van dit onderzoek kunnen concluderen – niet van invloed op politieke tevredenheid of cynisme.

Machtsoriëntatie: relatief weinig vertrouwen in belangrijke democratische instituties

Grote groepen burgers veronderstellen dat niet gekozen instanties veel invloed hebben op de besluitvorming en hebben weinig vertrouwen in deze instanties. Positief is dat kiezers de Tweede Kamer en de gemeenteraad veel invloed toekennen en hierin ook vertrouwen hebben. Politieke partijen en de EU, daarentegen, worden wel invloed toegedicht, maar hierin heeft slechts een derde van de kiezers vertrouwen. Hetzelfde geldt voor niet-gekozen spelers als grote industrie bedrijven, banken, techbedrijven, farmaceutische bedrijven en werkgeversorganisaties. Een meerderheid van de kiezers denkt dat ook deze partijen veel invloed hebben op de politieke besluitvorming, terwijl men hier weinig vertrouwen in heeft. Het meest geeft het nog te denken dat burgers/kiezers door een (nipte) meerderheid vertrouwd worden, maar dat hen relatief weinig – het minst van alle voorgelegde groepen en instituties – invloed wordt toegedicht. Het verklaart waarom maar liefst een kwart van de kiezers een ondoorzichtige machtsoriëntatie aanhangt . Zij geloven dat er krachten zijn die aan de touwtjes trekken, al is het niet altijd duidelijk wie dat zijn, maar dat de macht eigenlijk ligt bij niet gekozen instituties zoals grote bedrijven of een ‘machtselite’.

Persoonlijk contact politicus werkt positief op politieke tevredenheid

Circa drie op de tien kiezers kenden de kandidaat waar ze op stemden persoonlijk. Vooral in kleinere gemeenten en in de noordelijke en zuidelijke provincies is men goed bekend met degene wiens naam men aankruiste op het stembiljet. Er is een duidelijke, negatieve relatie tussen het kennen van de kandidaat en politiek cynisme: degenen die de kandidaat waarop ze stemden persoonlijk kenden zijn het minst cynisch en hebben het meeste vertrouwen.

Buitensluiten van de winnaar als ondemocratisch ervaren

Het buitensluiten van partijen die winnen en/of de grootste worden (zoals in Barendrecht, Tilburg en Rotterdam gebeurt/gebeurde) wordt door meer mensen af- dan goedgekeurd, zowel door aanhangers van deze partijen als door tegenstanders. De helft van de kiezers (51%) vindt het ondemocratisch als de partij die het grootst is geworden, niet mee mag doen in het college. Een kwart (25%) is het daar niet mee eens.

Draagvlak voor democratische aanvullingen

Op basis van dit onderzoek zien we geen dwingende reden het gemeentelijke democratische stelsel ingrijpend aan te passen. Aanvullingen op het huidige stelsel zijn wel wenselijk.

Kiezers staan positief tegenover toevoegingen aan de lokale democratie die uitgaan van inspraak, dialoog en participatie. Negen op de tien kiezers zijn positief over vormen waarin burgers actief meepraten over problemen en oplossingen ontwikkeld door de gemeente. Een vorm waarin meer initiatief bij de burgers ligt, het laten aandragen en ontwikkelen van oplossingen door burgers zelf, vinden ruim acht op de tien kiezers een goede aanvulling op de lokale democratie. Het idee burgers zelf oplossingen voor hun buurt uit te laten voeren wordt door ruim zes op de tien gedragen. Ook het lokale referendum wordt door ruim zestig procent gezien als een goede democratische aanvulling, de gekozen burgemeester door de helft van de kiezers.

Participatie en deliberatie

Vormen van deliberatieve democratie zijn populair onder zowel lager als hoger opgeleiden, maar hoger opgeleiden participeren hier meer in dan lager opgeleiden. Naarmate het initiatief meer bij de burgers komt te liggen nemen zowel het draagvlak als de participatiebereidheid onder lager opgeleiden meer af dan onder hoger opgeleiden.

Men is bereid te participeren als problemen dichtbij de mensen staan, hen zelf raken en ze het gevoel hebben serieus te worden genomen door de gemeente. Vooral burgers die relatief tevreden zijn en beschikken over ‘democratische vaardigheden’ zullen (uit zichzelf) participeren.

Directe democratie

Lager opgeleiden willen graag meer directe democratie als aanvulling op de gemeentelijke democratie. Het lokale referendum en de gekozen burgemeester, twee vormen van directe democratie, zijn populairder onder lager dan onder hoger opgeleiden. Het is voor lager opgeleiden makkelijker te participeren in een referendum of burgemeestersverkiezing dan in de deliberatieve democratie.

Verantwoording

Minister Ollongren van BZK streeft naar een sterkere relatie tussen burgers en politieke ambtsdragers, zoals verwoord in het Actieprogramma Versterking Lokale Democratie en Bestuur. Het ministerie van BZK heeft I&O Research opdracht gegeven onderzoek uit te voeren naar de relatie tussen het politieke aanbod in de gemeentepolitiek en de manier waarop kiezers hierop reageren en dit waarderen.

Dit onderzoek bestond uit de volgende typen dataverzameling en analyses:

  • Longitudinaal kwantitatief onderzoek: 4 metingen, in februari, maart, april en mei 2018. Uitgevoerd in het I&O Research Panel. 1582 respondenten mee aan alle metingen;
  • Kwalitatief onderzoek: 32 diepte-interviews met kiezers door heel Nederland;
  • Coderen van alle deelnemende partijen in alle gemeenten waar gemeenteraadsverkiezingen waren en het coderen van de partijen die na de verkiezingen zitting hebben in de colleges van B&W. (Met dank aan de NOS die een bestand met deelnemende partijen aan de colleges ter beschikking stelde). 

In het rapport wordt een uitgebreide onderzoeksverantwoording gegeven.

Lees het hele rapport op Kennisbank Openbaar Bestuur
 

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Milan Driessen

Onderzoeker

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.