Verlies voor CDA, stijging voor PVV en BBB
Verwachte coalitie: geschatte kansen voor links geslonken
In de I&O-zetelpeiling – die liep van vrijdag 9 tot maandag 12 juli, tevens de laatste voor de zomervakantie –is de VVD nog steeds de grootste partij, nu met 35 zetels (min één zetel, geen significante daling). CDA komt op zes zetels, waarmee het virtuele zetelaantal van het CDA halveert ten opzichte van juni en ze virtueel negen zetels minder zouden krijgen dan ze bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart behaalde.
Er zijn twee partijen die vergeleken met juni significante winst boeken. Het zetelaantal van de PVV neemt toe van 14 naar 17 zetels en het zetelaantal van de BBB van drie naar vijf zetels
Belang van Nederland (BV NL), de partij van Wybren van Haga, haalt de kiesdrempel en komt op één zetel in onze peiling.
Waarom verlaten CDA-kiezers het CDA?
Het CDA verliest zes zetels t.o.v. een maand geleden. Van de 15 zetels behaalde bij de Tweede Kamerverkiezingen houden ze er in onze peiling nog maar 6 over. Het CDA verliest vooral zetels aan de BBB (9% van degenen die in maart op het CDA stemden) en VVD (eveneens 9%). Kiezers die bij de Tweede Kamerverkiezingen op het CDA stemden en nu voor een andere partij kiezen, noemen met name de interne onrust bij het CDA als reden om over te stappen.
“Van der Plas heeft me positief verrast hoe ze te horen is in de 2e kamer. CDA maakt er een potje van” – BBB-kiezer
“Te veel gedonder binnen het CDA, men luistert steeds minder naar de kiezer” – BBB-kiezer
“Standvastig en sterk VVD, zelfs bij moeilijke beslissingen. CDA rommelt onder eigen gelederen, daardoor heb ik minder vertrouwen gekregen. “ – VVD-kiezer
“Bij de CDA is het intern een puinhoop. VVD met Mark Rutte als leider vind ik stabiel.“ – VVD-kiezer
Andere partijen, zoals de VVD, bieden in hun ogen stabiel leiderschap of weten beter wat er leeft onder Nederlanders en komen meer op voor de belangen van de boeren en het platteland, volgens veel kiezers die nu op BBB zouden stemmen. Tenslotte is voor sommige kiezers minister De Jonge, en zijn rol bij het toenemende aantal coronabesmettingen, reden om nu op een andere partij te stemmen.
Verwachte coalitie: geschatte kansen voor linkse coalitie geslonken
Een derde van de kiezers (35%) verwacht dat de huidige coalitie, VVD, D66, CDA en ChristenUnie samen een nieuwe regering gaat vormen. Een toename ten opzichte van juni, toen 26 procent van de kiezers deze coalitie verwachtte. Met name kiezers van de VVD, D66, GroenLinks en ChristenUnie verwachten nu vaker dan in juni dat de huidige coalitie een nieuwe regering gaat vormen. Minder kiezers verwachten dat er een regering van VVD, D66, CDA, GL, PvdA komt: in juni verwachtte 15 procent dit, nu tien procent.
Gehoopte regeringscoalitie: geen eenduidige voorkeur meer voor een coalitie
In juni was de coalitie met VVD, D66, CDA, GroenLinks en PvdA het populairst, gevolgd door de variant met VVD, D66, CDA en CU. Op dit moment heeft een vijfde (20%) van de Nederlanders een voorkeur voor een coalitie van VVD, D66, CDA, GroenLinks en PvdA. Het verschil met de steun van een coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie (18% wil deze coalitie) is klein en statistisch niet significant. Beide varianten zijn daarmee ongeveer even populair.
Meeste weerstand tegen regeringscoalitie met JA21 of met GroenLinks én PvdA
In juni zagen we dat de coalities van VVD, D66, CDA, GL, PvdA en VVD, D66, CDA, JA21 de coalities zijn waar kiezers de meeste aversie tegen hebben. Het beeld blijft in juli ongewijzigd: een derde van de kiezers (31%) wil absoluut niet een regering van VVD, D66, CDA, GL, PvdA (in juni: 32%). Eveneens een derde van de kiezers (31%; in juni: 32%) wil absoluut geen coalitie van VVD, D66, CDA, JA21. Een coalitie met VVD, D66, CDA, PvdA stuit op de minste weerstand (12%).
CU-kiezers meer uitgesproken over welke coalitie zij niet willen dan in juni
Onder de verschillende kiezersgroepen zien we vergeleken met juni geen grote verschillen in weerstand voor een bepaalde coalitie. Een opvallende uitzondering hierop zijn de kiezers van de ChristenUnie. De weerstand onder deze kiezers voor een coalitie van VVD, D66, CDA, GL, PvdA nam toe: waar in juni 12 procent van de CU-kiezers deze coalitie absoluut niet wilde, is dat nu 34 procent. In plaats daarvan willen CU-kiezers een regering van VVD, D66, CDA, CU: 67 procent van de CU-kiezers hoopt hier op.
Tevredenheid met demissionair kabinet
De tevredenheid met het (inmiddels demissionaire) kabinet laat ten opzichte van vorige maand een stabiel beeld zien: in juni was 50 procent van de Nederlanders tevreden over het kabinet, nu is dat 49 procent. Het aandeel ontevredenen gaat van 43 naar 45 procent.
Verantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 9 tot maandag 12 juli 2021. Er werkten in totaal 2.129 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. Het grootste deel hiervan (n=1.988) is afkomstig uit het I&O Research Panel en 141 respondenten vulden de vragenlijst in via het panel van PanelClix. De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.
Het volledige rapport
Download hier het volledige rapport.
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur