I&O-zetelpeiling: NSC, PvdA/GL en VVD samen aan kop

Ten opzichte van augustus levert Nieuw Sociaal Contract (NSC), de partij van Pieter Omtzigt, drie zetels in en komt op 28. De gezamenlijke lijst van PvdA/GL is stabiel (van 28 naar 27 zetels) en de VVD wint er drie en komt daarmee op 25 zetels. Hiermee gaan NSC, PvdA/GL en VVD gezamenlijk aan kop, zo blijkt uit de I&O Research zetelpeiling van september.
16 september 2023 | Peter Kanne & Maartje van de Koppel | #democratie #politiek #verkiezingen

Verkiezingsstrijd ligt open; NSC, PvdA/GL en VVD groeien naar elkaar toe; rest tamelijk stabiel

Nieuw Sociaal Contract (NSC), de partij van Pieter Omtzigt, levert ten opzichte van augustus drie zetels in en komt op 28. De gezamenlijke lijst van PvdA/GL is stabiel (van 28 naar 27 zetels) en de VVD wint er drie en komt daarmee op 25 zetels. Statistisch zijn de verschillen tussen de drie partijen niet significant, waardoor we kunnen zeggen dat NSC, PvdA/GL en VVD gezamenlijk aan kop gaan.
Ten opzichte van augustus zijn de overige veranderingen klein. BBB en PVV zijn stabiel, beide zouden nu 14 zetels halen. Geen enkele andere partij komt boven de tien zetels uit. Bij JA21 zet de eerder ingezette daling voort: waar we voor deze partij afgelopen juli zes zetels peilden, is dat er nu nog één.

Nog veel onzekerheid, nog veel verschuivingen mogelijk

Van de kiezers die van plan zijn te gaan stemmen op 22 november (78% zegt ‘zeker wel’, 12% ‘waarschijnlijk’), weet een kwart (24%) nog helemaal niet waarop. Van degenen die dat wel weten (de 76% waarop de zetelpeiling is gebaseerd) zegt een vijfde dat de keuze vast staat. Dat betekent dat nog maar 17 procent is ‘geland’ (zekere kiezers), 59 procent wel een voorkeur heeft maar ook nog andere partijen overweegt en 24 procent nog volledig zwevende is. De onzekerheid is dit jaar iets groter dan bij de vorige verkiezingen. Midden januari 2021, toen circa twee maanden voor de verkiezingen, was 21 procent zeker van zijn stem, nu dus 17 procent. Het aandeel ‘volledige zwevers’ is nu 24 procent, toen 18 procent.

Dynamiek tussen partijen

Zowel op links als op rechts wordt er nog veel naar andere partijen gekeken.

  • Nieuw Sociaal Contract wordt door een kwart van het totale electoraat (26%) nog overwogen. Met name kiezers die nu voorkeur geven aan BBB kijken ook nog naar de partij van Omtzigt. Voor maar liefst 44 procent van de kiezers die helemaal nog niet weten waarop zij gaan stemmen komt NSC in aanmerking.
  • PvdA/GroenLinks heeft nog electoraal potentieel bij D66, PvdD, Volt en kiezers die het nu nog niet weten. De helft van de huidige D66-kiezers overweegt ook een stem op PvdA/GL. (Andersom geldt dat een kwart van de PvdA/GL-kiezers ook D66 nog overweegt.) Van de NSC-kiezers overweegt 13 procent ook nog PvdA/GL, in absolute zin is voor de partij van Timmermans bij Omtzigt dus het meest te halen (circa vier zetels).
  • De VVD wordt nog overwogen door kiezers die momenteel voorkeur geven aan JA21, CDA, NSC en kiezers die nog geen voorkeurspartij hebben. Dus ook voor de VVD is er in absolute zin het meest bij te winnen van Omtzigt (ca. drie zetels).
  • Voor de PVV geldt hetzelfde. De partij van Wilders kan nog winnen van JA21, FvD, BBB en NSC.
  • De BBB is voor maar liefst 18 procent van het hele electoraat nog tweede of derde keuze. Bijna vier op tien NSC-kiezers overwegen ook de partij van Van der Plas nog, dat zouden maar liefst tien zetels zijn. Ook vier op tien PVV-kiezers hebben de BBB nog niet volledig afgeschreven.

Democratische tevredenheid fors afgenomen sinds 2021; vertrouwen in overheid nog altijd laag

Nog steeds is een ruime meerderheid van de kiezers tevreden met de manier waarop de democratie werkt, maar dit is wel fors gedaald: van 81 in maart 2021 naar 69 procent nu. Gemiddeld krijgt het functioneren van de democratie nu een 5,9, waar dit in maart 2021 nog een 6,7 was. Maar liefst 31 procent geeft nu een onvoldoende. Dit zijn vooral kiezers van PVV, BBB en SP. Kiezers van CDA, VVD, D66, CU, PvdA en Volt geven gemiddeld een zeven.

Het vertrouwen in de overheid blijft laag. Ruim een derde (36%) geeft nu aan veel of tamelijk veel vertrouwen te hebben in de landelijke overheid, 61 procent heeft dat niet.

De inhoud: issue-ownerschap nog vacant op belangrijke thema’s

Op de vraag waar de aanstaande verkiezingen over zouden moeten gaan, worden – net als in augustus – woningen (41%), armoedebestrijding (35%), gezondheidszorg (34%), immigratie (33%) en klimaatverandering (30%) het vaakst genoemd.

Slechts op twee van deze belangrijke onderwerpen wijzen kiezers een enigszins duidelijke issue-owner aan. Ook in dit opzicht ligt de verkiezingsstrijd veel opener dan in 2021.
Op immigratie is de PVV (met 34%), gevolgd door de VVD (14%), de issue-owner.
Op klimaat vinden kiezers het vaakst dat PvdA/GroenLinks (31%) de beste ideeën heeft, gevolgd door de PvdD (17%).

Op armoedebestrijding strijden PvdA/GL, SP en NSC om die positie. Op woningmarkt zijn er meerdere gegadigden en komt geen enkele partij boven de tien procent. Als het gaat om economie/overheidsfinanciën– nu door 14 procent als een belangrijk thema genoemd, maar dit kan nog belangrijker worden, zie hierna– wordt het meest vertrouwd op de VVD (35%). Bij de meeste thema’s valt op dat er veel partijen zijn die een beetje scoren en de percentages ‘weet ik niet’ hoog zijn. Dit geldt o.a. voor belangrijke onderwerpen als de woningmarkt, armoedebestrijding, gezondheidszorg, veiligheid, onderwijs en werkgelegenheid. Op het thema ‘bestuurscultuur’ (door 7% als een belangrijk onderwerp voor de komende verkiezingen gezien) komt NSC als duidelijke issue-owner naar voren (met 62%).

Nog weinig animo voor bezuinigingen

Topambtenaren, verenigd in de Studiegroep Begrotingsruimte, vinden dat een volgend kabinet fors zal moeten gaan bezuinigingen of de belastingen verhogen, om de overheidsfinanciën weer op orde te brengen. Onder kiezers is hier, net als 2,5 jaar geleden, nog weinig animo voor. We zagen al dat economie en overheidsfinanciën voor slechts 14 procent een belangrijk thema is, waarmee het het zevende onderwerp in rangorde is.
Slechts 3 procent van de kiezers wil flink bezuinigen, 18 procent wil dat het kabinet blijft investeren. Dit aandeel is wel afgenomen: van 26 procent in 2021 naar 18 procent nu.
Het merendeel kiest een positie ‘ertussenin’: 70 procent.

Net als in 2021 vinden kiezers dat er geïnvesteerd moet worden in gezondheidszorg, woningbouw, armoedebestrijding/sociale zekerheid en klimaat/duurzaamheid, ongeveer dezelfde onderwerpen en volgorde als de thema’s die genoemd worden voor de verkiezingscampagne. Wel zien we ten opzichte van maart 2021 een stijging voor met name armoedebestrijding en kleine stijgingen voor woningbouw, defensie en openbaar vervoer.

Een afname is er voor klimaat (van 31 naar 25%). Dit is ook het beleidsterrein dat vaak (en vaker dan in 2021) genoemd wordt als iets waarop bezuinigd mag worden (van 14% naar 22%). Vooral kiezers van de PVV, BBB en FvD vinden dat er minder geld naar klimaatmaatregelen moet gaan.
Nog vaker worden – zoals vanouds, en nog weer vaker dan in 2021 – kunst & cultuur en ontwikkelingssamenwerking genoemd als posten waarop bezuinigd mag worden.

Sterkten en zwakten belangrijkste partijen

NSC: veel enthousiasme over Omtzigt, nog wachten op zijn standpunten
Nieuw Sociaal Contract staat op 28 virtuele zetels. Deze kiezers komen uit alle hoeken: een vijfde stemde in 2021 op het CDA (21%), maar NSC trekt ook kiezers van VVD (11%), PVV (11%), D66 (8%) en SP (8%) en in mindere mate van PvdA (4%), CU (4%) en JA21 (8%).
Net als in augustus is de persoon Pieter Omtzigt een belangrijke factor voor overstappers. Omtzigt is met afstand de meest gewaardeerde politicus van Nederland.
Waar kiezers van de meeste partijen op hun partij stemmen vanwege de inhoud, doen de NSC-kiezers dat vooral vanwege de persoon Pieter Omtzigt. Kiezers vinden hem een deskundig, integer en eerlijk politicus. Zij zien in hem de persoon die opkomt voor de burger en strijdt tegen onrechtvaardigheid.

Inhoud mogelijke achilleshiel
Dat NSC toch enkele (drie) zetels inlevert heeft desalniettemin met die inhoud te maken: het is deze kiezers onvoldoende duidelijk wat de standpunten van de partij zijn, terwijl standpunten van andere partijen wel bekend zijn geworden en deze worden aantrekkelijk gevonden. Hier ligt voor de komende twee maanden mogelijk het gevaar voor NSC.
NSC-kiezers vinden dat de verkiezingen vooral moeten gaan over woningen, armoedebestrijding, gezondheidszorg, immigratie en – relatief vaak – bestuurscultuur, maar Omtzigt is alleen op ‘bestuurscultuur’ overtuigend issue-owner. Op bestaanszekerheid (of armoedebestrijding), het andere speerpunt voor Omtzigt, ziet nog maar 12 procent van de kiezers die dit thema belangrijk vinden, NSC als de partij met de beste oplossingen, waarmee de concurrentie met PvdA/GL en SP nog niet op voorhand gewonnen is.

PvdA/GroenLinks: stabiel op inhoud, kwetsbaar op leiderschap Timmermans
De gecombineerde lijst van PvdA en GroenLinks haalt deze maand 27 virtuele zetels. Daarmee is ‘verenigd links’ vooralsnog stabiel te noemen en is het een van de weinige partijen die niet (sterk) lijdt onder de komst van NSC. Hoewel NSC een deel van de PvdA- en GroenLinks-kiezers uit 2021 trekt, slaagt de gecombineerde lijst er op haar beurt weer in om kiezers van D66, PvdD, SP en Volt aan zich te binden.

Kiezers die sinds de Tweede Kamerverkiezingen de overstap naar PvdA/GL maakten zeggen te hopen op een sterk links blok dat een serieuze machtsfactor kan worden.
PvdA/GL-kiezers hechten het meest belang aan klimaatverandering, gevolgd door armoedebestrijding, woningmarkt en gezondheidszorg. Op klimaat vinden veel kiezers dat PvdA/GroenLinks de beste ideeën heeft, gevolgd door de PvdD. Op armoedebestrijding moet het linkse blok deze positie delen met SP en NSC. Maar inhoudelijk ziet het er voor PvdA/GL vrij goed uit (mits de campagne over deze thema’s gaat).

Leiderschap Timmermans kwetsbaar
Veel zal afhangen van de optredens van Frans Timmermans van als lijsttrekker en beoogd premier. Een deel van de eigen kiezers is enthousiast over hem. Ze noemen hem intelligent, een ervaren politicus en bestuurder, een leider die dingen voor elkaar krijgt (vooral het klimaat wordt vaak genoemd). Een ander deel geeft te kennen het jammer te vinden dat er voor Timmermans gekozen is, ze hadden liever een jonger iemand en/of een vrouw gezien.
Bij veel kiezers op rechts, maar ook bij de SP, roept Timmermans weerstand op. Zij noemen hem elitair, klimaatdrammer, iemand die alleen zijn eigen gelijk ziet.

Een geluk voor PvdA/GL is dat de meeste van hun kiezers gaan voor de inhoud. Voor driekwart is dat een belangrijke reden om op de partij te stemmen, de lijsttrekker is voor 28 procent een factor. Zij verwachten (hopen) eindelijk weer eens mee te gaan regeren: 83 procent van de PvdA/GL-kiezers ziet Timmermans ook als een ‘betrouwbare premier’ en ook de kiezers van D66 en Volt denken er in meerderheid zo over. Maar kiezers van andere partijen veel minder.
Slechts 21 procent van alle kiezers denkt echter dat Frans Timmermans ‘begrijpt wat er leeft onder gewone mensen’ (eigen kiezers: 63%).

VVD: sluit aan bij koplopers; Yesilgöz doet het goed
De VVD wint in deze peiling drie zetels ten opzichte van augustus, komt op 25 zetels en vindt de aansluiting bij NSC en PvdA.

De waardering voor Dilan Yeşilgöz bleef de afgelopen maand gelijk (6,4). Ze is niet alleen populair onder VVD-kiezers, ook CDA-, NSC-, BBB- en CU-kiezers geven haar een ruime voldoende.
De termen ‘sterke vrouw’, ‘aanpakker’ en ‘helder’ worden veelvuldig op haar geplakt.
Kiezers van andere partijen zijn enerzijds positief over haar welsprekendheid en daadkracht, maar zetten vraagtekens bij haar inlevingsvermogen en of ze haar plannen waar kan maken.
Na Pieter Omtzigt wordt ze desalniettemin het vaakst gezien als ‘betrouwbare premier’ en iemand met ‘een goede visie voor waar het met ons land naartoe moet’.
Yesilgöz scoort alleen laag op het aspect ‘zal van Nederland een socialer land maken’.

VVD mist desalniettemin premierbonus
Ondanks het herstel van de VVD, zouden de huidige virtuele 25 zetels wel een verlies van negen zetels ten opzichte van maart 2021 betekenen. In 2021 won de VVD de verkiezingen vooral dankzij het leiderschap van Rutte in de coronacrisis. Maar liefst 54 procent zei toen op de VVD te stemmen vanwege de lijsttrekker (Rutte), nu is dat 26 procent (Yeşilgöz). Zes op tien kozen in 2021 voor de VVD vanwege het stabiele bestuur dat de VVD bood, nu is dat nog 47 procent.
Sommige kiezers die sinds maart 2021 zijn vertrokken vinden de VVD ‘oude politiek’, zijn toe aan de ‘frisse wind’ en stappen over naar NSC, dat voor hen staat voor een eerlijker of transpanter benadering, of naar de BBB dat juist een nuchterder aanpak representeert. Overstappers naar PVV zeggen dat zij teleurgesteld zijn in de in hun ogen te zachte aanpak van migratie door de VVD.

Gaan de verkiezingen over immigratie?
Kiezers die in augustus nog de voorkeur hadden voor een andere partij, maar nu voorkeur hebben voor VVD, zeggen dat zij enthousiast zijn over de standpunten van de partij.
VVD-kiezers vinden immigratie het belangrijkst, gevolgd door woningmarkt, economie en veiligheid, en op drie van deze onderwerpen wordt de VVD (mede) gezien als de partij met de beste oplossingen. Dat geldt vooral voor economie en veiligheid, op immigratie moet de VVD de PVV nog voor zich dulden. Deze twee partijen zal er veel aan gelegen zijn van immigratie een verkiezingsthema te maken.

Onderzoeksverantwoording

Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 8 tot en met maandag 11 september 2023. In totaal werkten 2.412 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. I&O Research voerde de zetelpeiling uit op eigen initiatief en het uitgebreide electorale onderzoek – net als in 2021 – in opdracht van de Volkskrant.

Het grootste deel van de steekproef (n = 2.306) is afkomstig het I&O Research Panel, 106 respondenten deden mee via PanelClix. De respondenten die via PanelClix deelnemen zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond.

De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.

Rolling panel
Bij de zetelpeilingen in aanloop naar de verkiezingen maken we gebruik van een zogeheten rolling panel. Dit houdt in dat respondenten die deelnamen aan de vorige peiling, ook voor de nieuwe peiling wordt uitgenodigd. Op die manier kunnen we meten welke kiezersstromen plaatsvinden en welke redenen kiezers hebben om van partijvoorkeur te veranderen. Aan deze peiling namen 1515 respondenten deel die ook deelnamen aan de peiling van augustus.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

afbeelding

Maartje van de Koppel

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.