Stikstof terugdringen, maar niet onder dwang

Drie op vier Nederlanders maken zich nog altijd zorgen over stikstof, maar bevolkings- en kiezersgroepen verstaan er heel andere dingen onder. Vier op tien willen vasthouden aan het halen van de stikstofdoelen in 2030, de helft vindt het niet erg dat het later wordt of wil helemaal stoppen met het stikstofbeleid. Slechts een kwart steunt gedwongen uitkoop van boeren, de helft is daar tegen.   
21 april 2023 | Peter Kanne & Asher van der Schelde

De zorgen om stikstof blijven groot – drie op vier kiezers maken zich er zorgen om – maar bevolkings- en kiezersgroepen verstaan er heel andere dingen onder. De meeste mensen vinden dat er iets moet gebeuren – dit neemt eerder toe dan af – maar over wat en hoe lopen meningen sterk uiteen. Vier op tien willen vasthouden aan het halen van de stikstofdoelen in 2030, de helft vindt het niet erg dat het later wordt of wil helemaal stoppen met het stikstofbeleid. Slechts een kwart steunt gedwongen uitkoop van boeren, de helft is daar tegen.   

I&O-onderzoeker Peter Kanne in de Volkskrant van 21 april: ‘Kiezers van partijen die nu onderhandelen in de provincies – BBB, VVD, CDA, PvdA, GroenLinks – maken zich allemaal zorgen om de stikstof-uitstoot en willen dat Nederland van het stikstofslot gaat, al is het dan om andere redenen. Als Rijk en Provincies uitkomen op beleid waarin dat gebeurt, misschien niet in 2030 maar in 2035 en zonder de boeren te dwingen, heb je een middenweg die kan werken.’

Driekwart heeft zorgen om stikstof …

Net als in februari dit jaar maakt driekwart (nu 76%, februari 75%) van de kiezers zich zorgen om de gevolgen van (een teveel aan) stikstof. Deze zorgen hebben vooral betrekking op het klimaat, flora, fauna en de woningbouw. Minder mensen hebben nu zorgen om de gevolgen van (een teveel aan) stikstof voor de boeren dan 2 maanden geleden (van 36% naar 28%).

… maar de zorgen van links zijn heel anders dan die van rechts

Kiezers van de links-progressieve partijen (GroenLinks, PvdA, D66, PvdD, Volt) maken zich het meest zorgen om de gevolgen van stikstof, en hen gaat het vooral om het klimaat, bomen en planten en vogels en insecten.

Kiezers van VVD, CDA en ChristenUnie maken zich daar ook zorgen om (maar in mindere mate) en daarnaast om de gevolgen voor de woningbouw en de boeren (dat laatste vooral bij CDA- en CU-kiezers).

BBB-, PVV-, JA21- en SGP-kiezers maken zich het minst zorgen om de gevolgen van stikstof. BBB- en SGP-kiezers zijn het meest begaan met de boeren en minder met de gevolgen voor klimaat, flora en fauna. PVV-kiezers maken zich überhaupt het minst zorgen.

Aandeel dat vindt dat kabinet meer moet doen tegen stikstof neemt licht toe

Per saldo vindt een groter deel dat het kabinet meer moet doen om de uitstoot van stikstof te verminderen (42%) dan minder (26%) in vergelijking met wat het kabinet tot nu toe heeft bekendgemaakt te gaan doen. Nog eens een kwart (23%) vindt dat de plannen zoals tot nu toe bekend zijn gemaakt voldoende. Daarmee staat dus bijna twee derde (65%) achter het voornemen om de uitstoot van stikstof te verminderen.

In oktober 2021 wilde nog 60 procent dat het kabinet meer ging doen en slechts 12 procent wilde minder, maar toen was er nog nauwelijks regeringsbeleid bekend. Ondertussen is er (sinds begin 2022) een kabinet en een regeerakkoord waarin gesteld is dat de stikstofuitstoot rondom gevoelige natuur in 2030 met de helft moet zijn afgenomen. Daarna was er veel te doen rondom het stikstofkaartje van minister Christianne van der Wal, het advies van Johan Remkes en ook de Provinciale Statenverkiezingen gingen er voor een belangrijk deel over. De winst van BBB werd door sommige duiders uitgelegd als de wens pas op de plaats te maken. Zo bezien is het opvallend dat het aandeel dat wil dat het kabinet meer doet nu stijgt (van 35% in juli 2022 naar 42% nu), terwijl het aandeel dat minder stikstofbeleid wil licht daalt (van 32 naar 26%).

Grote verdeeldheid over oplossingsrichting stikstofproblematiek

Echter, als we doorvragen blijkt dat de Nederlandse kiezers niet al te hard en snel willen.

Wel is een groot deel van de bevolking het eens met de gedachte dat de veestapel moet krimpen: 48 procent is het hiermee eens, 26 procent niet (bijna gelijk aan oktober ’21).

Naar regio zijn de verschillen in opvatting niet zo groot, ook in de plattelandsgebieden buiten de Randstad vindt meer dan 40 procent dat. De verschillen zijn wel groot naar opleidingsniveau: hoger opgeleiden 63% mee eens, lager opgeleiden: 36%.

Weinig steun voor gedwongen uitkoop

Voor gedwongen uitkoop is weinig steun: slechts een kwart is het eens met de stelling ‘Als boeren zich niet vrijwillig laten uitkopen zal het gedwongen moeten, om het land van het ‘stikstofslot’ te halen’, de helft is het hiermee oneens. Ook hier zijn de verschillen naar regio en leeftijd klein. Hoger opgeleiden zijn vaker voor (38%), maar niet in meerderheid. Alleen kiezers van PvdD, GL, Volt, D66 en PvdA zijn hier in (nipte) meerderheid voor.

Consequenties uitslag PS-verkiezingen? Gepolariseerd beeld

De teneur leek na deze verkiezingen dat het kabinet de stikstofmaatregelen zou moeten afzwakken omdat de BBB de grootste partij is geworden. Ruim een derde (36%) ziet dat ook zo, maar exact hetzelfde percentage is het daar niet mee eens en de rest zit er tussenin of weet het niet.  

Op het platteland (meer dan 42%) en in het noorden van het land (45%) onderschrijft men deze gedachte iets vaker dan gemiddeld, maar men is er bepaald niet unaniem. Hetzelfde geldt voor ouderen en mensen met een middelbare of lagere opleiding: hoger scores, maar nergens boven de 50 procent. Wel denken kiezers van BBB (74%), PVV (71%), JA21 (69%) en SGP (60%) er in meerderheid zo over.

Een andere gedachte die vaak te horen was: ‘Omdat de meeste kiezers tijdens de verkiezingen op partijen hebben gestemd die voor de stikstofmaatregelen zijn, moet het kabinet hieraan vasthouden’. Ook hierover bestaat verdeeldheid, al zijn meer mensen het hiermee eens (39%) dan oneens (29%).

Wie zijn het hier vaak mee eens? De jongste kiezers (51%), hoger opgeleiden (48%) en kiezers van de linkse oppositiepartijen (PvdD, GL, Volt, PvdA: 60 tot 71%) en D66 (71%). VVD- (46%) en CU-kiezers (44%) zijn verdeeld.

Vasthouden aan ‘2030’?

Tenslotte legden we respondenten deze tekst voor om te achterhalen hoe kiezers denken over de afspraken m.b.t. het stikstofbeleid: vasthouden aan 2030, versnellen of vertragen:

Hoewel we eerder dus zagen dat er per saldo steun is voor het regeringsbeleid (met een halvering van de stikstofuitstoot in 2030), zijn Nederlandse kiezers hier niet zo strikt in als hen er precies naar gevraagd wordt. Een derde (35%) kiest voor ‘stikstofbeleid minder snel doorvoeren (doelen later dan 2030 halen)’, 15 procent wil er helemaal mee stoppen. Samen is dat 50 procent. Het zijn vooral kiezers van BBB, PVV, CDA, SGP en JA21 die kiezen voor een van deze twee opties. Opvallend is wel dat de BBB-kiezers vaak kiezen voor ‘stikstofbeleid minder snel doorvoeren’ (61%) en minder vaak voor ‘helemaal mee stoppen’ (30%). 

Kiezers van GL en PvdD zijn het meest vasthoudend, zij kiezen het vaakst voor vasthouden aan stikstofbeleid zoals in het regeerakkoord of versnellen. D66-kiezers willen vooral vasthouden aan het regeerakkoord (2030).

VVD-kiezers zijn wederom verdeeld: veertig procent kiest voor vasthouden aan 2030, en 43 procent voor een latere datum.

Zorgen om klimaatverandering afgenomen; weerstand klimaatbeleid neemt toe

Voor het eerst sinds 2020 zien we de zorgen over de klimaatverandering ruim onder de 70 procent zakken: 64 procent zegt zich er enige of veel zorgen om te maken. Dat was eind 2021 nog 74 procent.

Al langer zien we dat het aandeel dat vindt dat kabinet minder mag/moet doen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen toeneemt. Was dat in 2021 nog 10 procent, nu is dat 24 procent. 

Onderzoeksverantwoording

Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 14 tot en met maandag 17 april 2023. In totaal werkten 2.197 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek.

I&O Research voerde dit onderzoek uit op eigen initiatief. Er is geen opdrachtgever.
Het grootste deel van de steekproef (n=1.996) is afkomstig het I&O Research Panel, 201 respondenten deden mee via PanelClix. Dit zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond.

De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

afbeelding

Asher van der Schelde

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.