Stikstof ontwikkelt zich tot splijtzwam

Drie op vier Nederlanders maken zich zorgen om stikstof. Maar, de redenen hiervoor lopen sterk uiteen. Een deel maakt zich vooral zorgen om de gevolgen voor de natuur, flora en fauna terwijl anderen zich bekommeren om de toekomst van de boer. Op deze manier ontwikkelt het onderwerp stikstof zich tot splitzwam voor de Provinciale Statenverkiezingen.
16 februari 2023 | Peter Kanne & Asher van der Schelde

Stikstof is een splijtzwam voor de aanstaande PS-verkiezingen (klik hier voor een uitgebreid rapport over deze verkiezingen), maar stikstof betekent voor veel kiezers iets anders (zorgen om klimaat, natuur, woningbouw, landbouw). Er is in het land grote verdeeldheid over de vraag of het kabinet strengere of minder strenge maatregelen moet nemen dan tot nu toe aangekondigd, maar wat de huidige kabinetsplannen precies zijn, daar bestaat veel verwarring (of wantrouwen) over.

Driekwart Nederlanders maakt zich zorgen m.b.t. stikstof

Driekwart van de Nederlanders maakt zich om de een of andere reden zorgen om de gevolgen van (een teveel aan) stikstof, maar die redenen lopen sterk uiteen per kiezersgroep.

PVV-kiezers zijn de enigen waarvan een substantieel deel (49%) zich geen zorgen maakt. Van de kiezers van alle andere partijen maakt ruim de helft zich wel zorgen.

Kiezers van de links-progressieve partijen (GroenLinks, PvdA, D66, PvdD, SP) maken zich vooral zorgen om de gevolgen voor het klimaat, bomen en planten en vogels en insecten. Kiezers van VVD en CDA maken zich daar ook zorgen om (maar in mindere mate) en daarnaast om de gevolgen voor de woningbouw en de boeren.

Kiezers  van de rechts-conservatieve partijen (BBB, JA21, PVV) zitten vooral met de gevolgen voor de boeren en minder met de gevolgen voor klimaat, flora en fauna.

Sterke verdeeldheid over wat kabinet moet doen aan terugdringen stikstof

Bijna vier op tien (39%) vinden dat het kabinet meer moet doen om de uitstoot van stikstof tegen te gaan, een kwart (26%) vindt dat het juist minder moet zijn en nog eens een kwart neemt een tussenpositie in (en 10% weet het niet). Het aandeel ‘meer doen’ neemt weer iets toe ten opzichte van juli 2022 (35%). Dit was 60 procent in oktober ’21, maar per saldo was het beeld steeds zo dat een groter deel vond dat het kabinet er eerder meer aan moest doen dan minder.

Kiezers van GroenLinks, Volt, PvdD, PvdA, D66 en CU vinden dat het kabinet nog een tandje bij moet zetten. Kiezers van SGP, PVV, BBB en JA21 vinden in meerderheid dat het wel wat minder  mag (of moet).

Kennis van stikstofbeleid

Kiezers hebben weinig parate kennis van het huidige stikstofbeleid. We legden acht uitspraken voor m.b.t. het huidige stikstofbeleid – waarvan vier juiste en vier onjuiste – en  alleen de uitspraak Ook woningbouwprojecten moeten zich houden aan stikstofnormen wordt door een substantieel deel (30%) met zekerheid als waar bestempeld (nog eens 50 procent denkt dat het klopt). Van de andere drie juiste uitspraken denkt het merendeel dat ze kloppen, maar slechts kleine aandelen weten het zeker. 

Over de vier onjuiste uitspraken bestaat evenveel onzekerheid als over de juiste. Opvallend is dat de uitspraak  ‘Als piekbelasters het aanbod van de overheid niet accepteren worden ze gedwongen uitgekocht’door 11 procent als zeker juist wordt beoordeeld en nog eens 41 procent denkt dat dat juist is. Samen 52 procent. Vooralsnog is dit niet aan de orde, maar in de beeldvorming van de helft van de Nederlanders gaat dat wel gebeuren. Onder de BBB-kiezers is dat maar liefst 72 procent (22% zegt zeker te weten dat dit waar is, 50% denkt het).

Sterke verdeeldheid over stikstofmaatregelen

Over de uitgangspositie van het kabinet – in 2030 moet de totale stikstofuitstoot 50 procent lager zijn dan nu – bestaat al verdeeldheid: 44 procent staat er achter, 18 procent is er tegen en de rest is neutraal of weet het niet. Voor de andere (mogelijke) maatregelen is de verdeeldheid nog groter.

Geschatte demonstratievrijheid voor boeren het hoogst; voor Extinction Rebellion laagst

Zeven op de tien (72%) vinden dat mensen die willen demonstreren daar van de Nederlandse overheid volledig of grotendeels de ruimte voor krijgen.

Twee derde denkt dat ook geldt voor de boeren die protesteren tegen het stikstofbeleid, een kwart denkt van niet. De vraag naar de steun voor het protest stelden we ook voor vier groepen die regelmatig protesteren. De steun voor de protesterende boeren (40%) is groter dan voor het protest van Extinction Rebellion tegen fossiele subsidies (24%). Kick Out Zwarte Piet en de Antivaxxers kunnen op nog minder steun rekenen.

Steun en ingeschatte demonstratieruimte: omgekeerd evenredig

In onderstaande figuur zijn de steun voor de protesten en de ingeschatte ruimte samengevoegd. We zien een omgekeerd evenredig effect: hoe meer steun, hoe lager de ingeschatte ruimte voor protest. Twee voorbeelden: Van de GroenLinks-kiezers staat slechts 8 procent achter de boeren en vindt 86 procent dat ze alle ruimte krijgen om te protesteren. Van de BBB-kiezers staat 89 procent achter de boeren, terwijl 64 procent denkt dat ze de ruimte krijgen (33% denkt van niet). 

GL-kiezer:

Als je een tractor hebt mag je alles, als je dat niet hebt wordt je de avond van te voren van je bed gelicht.

BBB-kiezer:

Demonstraties van mensen die weten waarover ze het hebben bij de protesten hebben mijn goedkeuring en zegen (bv de boeren). Schreeuwers en activisten die maar wat kletsen zonder al te veel van de materie te snappen (anti vaxxers en KOZP, maar ook veel van de Extinxtion rebellion lieden) hoeven niet op mijn sympathie te rekenen.

Onderzoeksverantwoording

Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 10 tot en met maandag 13 februari 2023. In totaal werkten 1.325 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek.

I&O Research voerde dit onderzoek uit op eigen initiatief. Er is geen opdrachtgever.
Het grootste deel van de steekproef (n=1.225) is afkomstig het I&O Research Panel, 100 respondenten deden mee via PanelClix. Dit zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond.

De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

afbeelding

Asher van der Schelde

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.