Provinciale Staten: gezamenlijke fractie PvdA/GL kan grootste worden in Senaat
Klik hier voor het volledige rapport.
In een eerste peiling over de Provinciale Statenverkiezingen van 15 maart dit jaar – waarbij per provincie rekening is gehouden met welke partijen er mee doen – zien we dat de VVD en de combi PvdA/GL nek aan nek gaan als het gaat om welke fractie de grootste wordt in de Eerste Kamer. In het oosten en noorden (met name Drenthe en Overijssel) kan BBB mee doen om de eerste plek, in Limburg geldt dat voor de PVV.
VVD aan kop bij PS-verkiezingen; PvdA/GL kan grootste worden in senaat
Vooralsnog kan de VVD – net als vier jaar geleden en net als bij de TK-peiling – op de meeste steun rekenen. De partij peilt nu op 14 procent. Dat is net zoveel als de uiteindelijke uitslag in 2019.
Omdat PvdA en GroenLinks samen na de verkiezingen een fractie gaan vormen in de Eerste Kamer is het goed mogelijk dat VVD daar niet de grootste wordt. Gezamenlijk peilen PvdA en GroenLinks nu op 15,5 procent. Ondanks dat dit voor beide partijen een achteruitgang zou betekenen ten opzichte van 2019 (destijds haalden de twee partijen samen 19,3%) maakt de samengestelde fractie kans om de grootste te worden in de Senaat. De combi PvdA/GL doet het vooral goed in de grote steden.
Onderstaande tabel geeft aan hoe de partijen in de I&O-slotpeiling op 14 maart 2019 werden gepeild en hoe de uiteindelijke uitslag eruitzag. In 2019 deden FvD, PvdA, D66 en PvdD het bij de PS-verkiezingen iets beter dan we in onze slotpeiling lieten zien. PVV, SP, GroenLinks en DENK juist iets slechter.
Enkele verschillen met TK-peiling
De rechterkolom in bovenstaande tabel laat de percentages uit de TK-peiling zien en hiermee zien we dat sommige partijen het bij de PS-verkiezingen iets beter lijken te gaan doen dan we ze nu landelijk peilen (BBB, CDA, PvdA/GL) en andere juist iets slechter (ook omdat niet alle partijen overal meedoen).
FvD en CDA grootste verliezers
De grootste verliezers ten opzichte van 2019 lijken FvD en CDA te gaan worden.
Forum voor Democratie haalde in 2019 bijna 15 procent van de stemmen en werd daarmee de grootste partij. Nu, vier jaar later, is het overgrote deel van dit electoraat uitgeweken naar alternatieven. Vijf procent geeft aan opnieuw FvD te willen stemmen. De meesten prefereren nu andere partijen in de rechts-conservatieve hoek. Vooral PVV (15%), JA21 (15%) en BBB (13%) vallen in de smaak.
BBB gooit hoge ogen in het oosten en noorden
BBB, JA21 en Volt doen voor het eerste mee aan de Provinciale Statenverkiezingen. Voor BBB en JA21 geldt dat ze in iedere provincie meedoen en kunnen rekenen 6 à 10 procent van de stemmen. Volt doet mee in Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Brabant en wordt nu rond de drie procent gepeild.
Het is vanwege de steekproefgrootte (n=2.489) niet mogelijk een exacte peiling per provincie te tonen.
Wel kunnen we zien dat BBB in het oosten en noorden (met name Overijssel en Drenthe) veel steun geniet en er mee lijkt te gaan doen om de grootste te worden.
De PVV staat er vooral in Limburg goed voor.
JA21 lijkt het in alle windstreken gelijkmatig goed (4 à 6%) te gaan doen.
Geen meerderheid voor coalitie in Eerste Kamer
Wat wel duidelijk lijkt is dat het kabinet geen meerderheid zal halen in de Eerste Kamer. Gezamenlijk peilen de vier regeringspartners nu op 30,5 procent van de stemmen. Het is wel mogelijk dat er met de samengestelde PvdA/GroenLinks-fractie een meerderheid in de Senaat wordt behaald, al zien we ook die meerderheid nu nog niet.
Nog geen stemmen voor Alliantie
Pieter Omtzigt wordt in de landelijke peiling steevast spontaan genoemd door 3 à 4 procent van de kiezers (we nemen Omtzigt niet apart op omdat hij (nog) geen partij heeft gelanceerd). Maar op de nieuwe partij Alliantie – die apart, met de naam ‘Alliantie’, is opgenomen in deze peiling bij de provincies waar ze meedoet – geeft vooralsnog niemand aan te willen stemmen. Deze partij, onlangs opgericht door ‘sympathisanten van Pieter Omtzigt’, doet mee in Noord-Brabant, Overijssel en Drenthe maar lijkt vooralsnog geen kans te maken op een of meerdere zetels.
Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 13 tot en met maandag 16 januari 2023. In totaal werkten 2.489 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek.
Het grootste deel van de steekproef (n=2.240) is afkomstig het I&O Research Panel, 249 respondenten deden mee via PanelClix. Dit zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond.
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.
Asher van der Schelde
Onderzoeker
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur