Nederlanders verdeeld over excuses voor slavernijverleden
NOS maakte deze special over het slavernijverleden, o.a. op basis van dit rapport.
In december 2022 maakte premier Rutte excuses voor de rol van Nederland in het slavernijverleden. Enkele weken daarvoor bleek uit onderzoek van I&O Research dat hier meer Nederlanders tegen (49%) dan voor (38%) waren. Nederlanders van Surinaamse en Antilliaanse komaf waren in ruime meerderheid wel voor excuses.
Een half jaar later (juni 2023) zien we dat het verschil tussen voor- en tegenstanders licht is afgenomen. Vier op tien (40%) Nederlanders staan nu achter de excuses terwijl 46 procent tegen is. Voorstanders van excuses zijn politiek vaak progressief georiënteerd en jong. Zo zien we dat de helft (50%) van de Nederlanders tussen de 18 en 34 jaar achter de excuses van premier Rutte staat terwijl 38 procent tegen is. Nederlanders van vijftig jaar of ouder zijn sceptischer. Al zien we dat het percentage voorstanders onder 65-plussers is gestegen van 29 naar 37 procent. Nederlanders van Surinaamse en Antilliaanse komaf zijn nog altijd voor excuses.
Voorstanders vinden excuses ‘blijk van erkenning’
Voorstanders benoemen dat er veel leed is aangedaan en dat er door de Nederlandse staat ook is verdiend aan de slavernij. Excuses vinden zij belangrijk als blijk van erkenning. Sommigen benoemen dat de excuses (te) laat zijn gekomen, maar ‘beter laat dan nooit’. Ook noemen sommigen het een kleine moeite, die voor nakomelingen van tot slaaf gemaakten wel belangrijk is.
Tegenstanders: “slavernij is te lang geleden”
Tegenstanders vinden veelal dat Nederlandse betrokkenheid bij slavernij te lang geleden is om daar nu nog excuses voor te maken. Vaak wordt hierbij benoemd dat excuses niet op zijn plaats zijn, omdat 1) de slavernij in de context van de tijd beschouwd moet worden (‘dat was toen nou eenmaal zo’), of 2) schuld niet generationeel overdraagbaar is (‘de huidige generatie is niet verantwoordelijk’). Tenslotte wijzen sommigen naar andere schuldigen (bijvoorbeeld andere landen) en andere gruwelijkheden waarvoor ‘ook geen excuses gemaakt worden’.
Weinig animo voor excuses koning
De meeste Nederlanders vinden niet dat koning Willem-Alexander, in navolging van premier Rutte, excuses moet maken voor de Nederlandse rol in de slavernij (54% wil dat niet). Ruim een kwart (28%) ziet liever dat de koning wél excuses maakt.
Jongeren staan vaker achter excuses door de koning dan andere leeftijdsgroepen: bijna vier op tien (37%) vinden dat dat moet gebeuren.
Ook financiële compensatie kan op weinig steun rekenen
In navolging van koninklijke excuses zijn Nederlanders over het algemeen ook tegen financiële compensaties voor nabestaanden van tot slaaf gemaakten. Ongeveer vijf procent van de bevolking is hier voor.
Veel jongeren staan open voor vrije dag op Keti Koti
Er is onder de Nederlandse bevolking geen meerderheid om van Keti Koti, de herdenking van het slavernijverleden, een nationale feestdag te maken. Van bijna de helft van de Nederlanders (48%) hoeft dat niet. Een kwart (24%) is voorstander.
Het aandeel voorstanders aandeel ligt flink hoger onder jongeren. Vier op de tien Nederlanders van 18 tot 34 jaar (40%) zouden Keti Koti wel als nationale feestdag willen, drie op tien (29%) willen dat niet.
Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 9 juni tot maandag 12 juni. I&O Research voerde dit onderzoek uit in samenwerking met NOS. In totaal namen 1.137 respondenten mee aan het onderzoek.
Het grootste deel van de steekproef (n=1.038) is afkomstig het I&O Research Panel, 99 respondenten deden mee via PanelClix. De respondenten die via PanelClix deelnemen zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond. De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.
Asher van der Schelde
Onderzoeker
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur