Meerderheid Nederlanders vindt dat “seks zonder instemming” verkrachting is

In opdracht van Amnesty International deed I&O Research onderzoek naar hoe Nederlanders aankijken tegen verkrachting en wetgeving hierover. Eén op de vijf vrouwen (19%) geeft aan ooit te hebben meegemaakt dat iemand haar lichaam ongewenst binnendrong, van de mannen maakte 3 procent dit mee.
29 juni 2020 | Peter Kanne

Volgens de huidige wet is er pas sprake van verkrachting als geweld of dwang bewezen kan worden. In veel gevallen is verzet echter niet mogelijk, omdat het slachtoffer van angst bevriest (‘freezing’) of is gedrogeerd. Minister Grapperhaus wil daarom een nieuw delict introduceren: seks tegen de wil. Hierop zou de helft van de strafmaat van verkrachting komen te staan. Volgens Amnesty moet seks zonder instemming niet alleen strafbaar zijn, maar ook als verkrachting worden erkend. Een ruime meerderheid van de Nederlanders blijkt daar ook zo over te denken. Slachtoffers van verkrachting en mensen die bekend zij met het fenomeen ‘freezing’ zijn hier vaker van overtuigd dan degenen die die ervaring en/of kennis niet hebben.

Een zeer ruime meerderheid van de Nederlanders – 88 tot 90 procent – vindt dat penetratie zonder wederzijdse instemming moet worden gezien als verkrachting, bijvoorbeeld omdat het slachtoffer ‘bevriest’ of onder invloed was en zich niet kon verweren.

Slachtofferschap en bekendheid met freezing maken verschil

Over de vraag of penetratie tegen de wil zonder dat geweld of dwang bewezen is, op dezelfde manier bestraft moet worden als verkrachting nu, bestaat meer verdeeldheid. Een groter deel van de Nederlanders vindt dat wel (55%) dan niet (18%). Of men wel of niet bekend is met freezing maakt een aanzienlijk verschil in hoe men denkt over verkrachting, seks tegen de wil en de strafbaarheid daarvan. Datzelfde geldt voor het gegeven of men zelf ooit slachtoffer was van verkrachting of niet. Indien een van beide of beide het geval is, is men er vaker van overtuigd dat seks zonder wederzijdse instemming – ook als geweld of dwang niet bewezen kunnen worden – moet worden gezien als verkrachting. Zo is 44 procent van alle Nederlanders het eens met de stelling “Er is pas sprake van verkrachting als er dwang of (dreiging met) geweld gebruikt is”, maar is slechts 28 procent van degenen die zelf slachtoffer waren van verkrachting en bekend zijn met freezing het hiermee eens. Onder degenen die geen slachtoffer waren en freezing niet kennen is dat het dubbele: 56 procent.

Jonge mannen zien relatief vaak verzachtende redenen voor verkrachting

Een zeer ruime meerderheid van de Nederlanders (84%) vindt dat er nooit verzachtende redenen voor verkrachting zijn. Mannen zien die vaker wel (18%) dan vrouwen (8%). Jongere mannen zien vaker verzachtende redenen voor verkrachting dan onder oudere mannen of vrouwen. Een op de vijf jongens van 16-17 jaar en mannen tot 35 jaar vindt dat als het slachtoffer zich niet uitdrukkelijk verdedigt of niet duidelijk nee zegt, dit een verzachtende reden voor verkrachting kan zijn. Als het slachtoffer dronken is of onder invloed van drugs, vindt een op de tien jonge mannen (16-24 jaar, 9%) dat een verzachtende reden voor verkrachting. 

Eén op tien Nederlanders maakte penetratie zonder instemming mee

Eén op de tien Nederlanders (11%) maakte (ooit) mee dat iemand haar of zijn lichaam binnendrong zonder dat zij/hij hiermee instemde. Van de vrouwen maakte gemiddeld 19 procent dit ooit mee, van de mannen gemiddeld 3 procent. Van deze 11 procent beschouwt twee derde (66%) deze penetratie zonder instemming als verkrachting. Als we deze twee percentages met elkaar vermenigvuldigen blijkt dat 7,5 procent van alle Nederlanders (16 jaar en ouder) zich zelf als slachtoffer van verkrachting beschouwt.  Van alle vrouwen beschouwt 12,7 procent zich slachtoffer van verkrachting, van de mannen 2,3 procent. Vrouwen in de leeftijd 35-49 jaar (15%), 50-64 jaar (17%) en 65+ (14%) beschouwen zich vaker dan gemiddeld als slachtoffer van verkrachting. De verklaring voor de toename naar leeftijd ligt in de eerste plaats in het feit dat in dit onderzoek is gevraagd naar ‘lifetime ervaring’: hoe ouder men is, hoe groter de kans dat iemand dit ooit is overkomen (ook al gebeurde het toen het slachtoffer veel jonger was). Een andere verklaring ligt in het gegeven dat jonge vrouwen die dit overkwam dit minder vaak als ‘verkrachting’ beschouwen (16-34 jaar: tussen een kwart en een derde) dan vrouwen van 35 jaar en ouder (drie kwart).

Reactie omgeving op verkrachting vaak weinig begripvol

Van degenen die verkrachting meemaakten vertelde de helft het iemand in haar of zijn omgeving. Slachtoffers ouder dan 50 jaar (vaak vrouwen) die een verkrachting meemaakten vertelden het vaker niet dan wel aan iemand. Jongere slachtoffers lijken het vaker wel te vertellen. Dat dus ook de helft van de slachtoffers er niet met anderen over praat, is te begrijpen als we zien hoe er door die omgeving vaak op wordt gereageerd. De ervaringen waren in vier op tien gevallen niet goed. Ongeveer één op drie antwoorden kan uitgelegd worden als (redelijk) positief: begripvol, meelevend, geschrokken, zorgzaam, etc. De rest was uit te leggen als neutraal. Zowel jonge als oudere slachtoffers zeggen vaak ‘ik werd niet geloofd’, ‘er werd niet echt op gereageerd’ of ‘men zag het als mijn eigen schuld’. Meerdere keren – als verkrachting binnen een relatie plaatsvond – gingen reacties daarover, zoals een vrouw van 50-64 jaar het toelicht: “Men vindt het onzin, want ik was toch met hem getrouwd”.

Verantwoording

I&O Research voerde dit landelijk representatieve onderzoek uit onder 2.127 Nederlanders van 16 jaar en ouder, in opdracht van Amnesty International. Het onderzoek vond plaats van maandag 15 tot donderdag 18 juni 2020. Het doel van dit onderzoek was het achterhalen van kennis en houding van de Nederlandse samenleving t.a.v. verkrachting, en op welke manier verkrachting strafbaar zou moeten zijn. De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2017. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor Nederlandse inwoners (16+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.

Onafhankelijke experts

Bij het opstellen van de vragenlijst waren – naast de onderzoekers van I&O Research en de opdrachtgever (Amnesty International) – ook professor dr. Ellen T.M. Laan  (GZ-psycholoog en seksuoloog NVVS, verbonden aan Amsterdam UMC) en dr. Hanneke de Graaf (verbonden aan Rutgers) als onafhankelijke experts betrokken.

Het volledige rapport

Download hier het complete rapport als PDF.

In de media


Namens I&O Research
Peter Kanne
Senior Onderzoeksadviseur
E: p.kanne@ioresearch.nl
T: 020- 308 48 05
M: 06-309 43 707

Milan Driessen
Onderzoeker
E: m.driessen@ioresearch.nl
T: 020- 308 48 23

Namens Amnesty
Yara Boff Tonella
Voorlichter/press officer Amnesty Nederland
E: y.bofftonella@amnesty.nl
T: 020-773 37 18 
M: 06-294 13 716

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.