Meer grip op eigen leven vermindert maatschappelijk onbehagen

Wie maatschappelijk onbehagen wil tegengaan, moet mensen ook meer controle geven over hun eigen leven. Dat is één van de uitkomsten van de nieuwe WRR-studie Onzekerheid, maatschappelijk onbehagen en persoonlijke controle. Een conceptuele en empirische analyse. De studie is geschreven door WRR-stafleden Will Tiemeijer en Anne-Greet Keizer. I&O Research voerde de survey uit waarop de WRR haar bevindingen baseerde.
08 mei 2023 | Charlotte van Miltenburg & Peter Kanne

In deze WRR-studie wordt allereest ingegaan op de vraag wat we moeten verstaan onder de begrippen ‘onzekerheid’ en ‘maatschappelijk onbehagen’. Want ook al klinken deze termen veelvuldig in het politieke debat, het blijft vaak onduidelijk waarnaar ze nu eigenlijk verwijzen en wat hun onderlinge samenhang is. Vervolgens gaat de studie in op een derde concept, namelijk ‘persoonlijke controle’. Dat is de mate waarin mensen door eigen handelen de uitkomsten kunnen verkrijgen die ze belangrijk vinden, ofwel: hoeveel grip zij hebben op hun leven. Het begrip ‘persoonlijke controle’ klinkt veel minder vaak in het politieke debat, maar deze studie laat zien dat het een sleutelrol vervult.

Het hart van de studie is een enquête onder bijna 3000 Nederlanders naar mogelijke gevoelens van onzekerheid, controle en maatschappelijk onbehagen, uitgevoerd in samenwerking met I&O Research. De resultaten laten zien dat mensen die laag scoren op gevoelens van controle, zich vaker onbehaaglijk voelen over de samenleving.

De conclusie is dat onbehagen over de samenleving als geheel deels verklaard kan worden uit een gebrek aan controle die mensen ervaren in hun eigen leven. Dit is een nieuw en origineel perspectief op de oorzaken van maatschappelijk onbehagen, en roept om de vraag hoe we kunnen bevorderen dat mensen zoveel mogelijk grip hebben op hun leven. Daarop zal de WRR uitgebreid ingaan in een later dit jaar te verschijnen publicatie.

Verantwoording survey

I&O Research voerde de survey uit waarop de WRR haar bevindingen baseerde. Ons onderzoek bestond uit drie fasen:

  1. Een kleinschalig, kwantitatief onderzoek;
  2. Eén-op-één interviews;
  3. Een grootschalig kwantitatief onderzoek.

Fase 1. Kleinschalig, kwantitatief onderzoek

We begonnen het traject met een korte kwantitatieve vragenlijst die onderdeel was van het maandelijkse opinieonderzoek. De dataverzameling liep van 12 tot 15 november, en betrof een netto steekproef van n=1010. Deze steekproef is door weging representatief voor de Nederlandse bevolking wat betreft geslacht, leeftijd, opleiding, regio en stem bij de Tweede Kamer verkiezingen van 2021. Deze fase diende twee doelen:

  • Inventariseren hoeveel en welke typen onzekerheid leven bij welke doelgroepen;
  • Voorselectie respondenten diepte-interviews.

Fase 2. Kwalitatieve interviews

Vervolgens voerden we interviews uit. De interviews werden gebruikt om:

  • De hypothese over de thema’s waarop men onzekerheid kan ervaren te ‘toetsen’: werken, wonen, financiën, gezondheid en veiligheid in de buurt.
  • Inzicht te krijgen in thema’s en belevingen die nog niet vooraf waren bedacht.
  • Een hoogwaardige vragenlijst op te stellen voor fase 3.

Op basis van de antwoorden uit fase 1 selecteerde I&O Research geschikte respondenten. Ze moesten over tenminste één van de uitgevraagde aspecten (heel) onzeker zijn. Voor de selectie hielden wij ook rekening met de spreiding op verschillende persoonskenmerken.

In totaal gaven 112 respondenten aan mee te willen werken en 94 konden ook op een van de interviewdagen (17 t/m 23 november). Er zijn 16 respondenten uitgenodigd voor een interview, waarvan er 15 daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Eén persoon kwam niet opdagen. De interviews zijn online uitgevoerd door middel van videobellen. De opdrachtgevers vanuit de WRR keken mee met alle 15 interviews.

Fase 3. Kwantitatief survey

De doelgroep van fase 3 bestond uit inwoners van Nederland van 18 jaar en ouder. Vooraf is afgesproken om een netto steekproef van n=2.000 te realiseren. Hiervoor zijn 4363 respondenten via het I&O Research Panel uitgenodigd om mee te doen. Daarbij zijn via het externe bureau PanelClix aanvullend 152 respondenten met een niet-Westerse migratieachtergrond geworven.
Bij het trekken van de bruto steekproef is gezorgd voor goede samenstelling naar leeftijd, sekse, regio (Nielsen-gebieden) opleiding en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021.
Aanvullend zijn in het I&O Research Panel extra respondenten benaderd uit lage inkomensklassen en minder uit (boven) modale inkomensklassen.
De vragenlijst voor dit onderzoek is opgesteld door de WRR. I&O Research is opgetreden als sparringpartner en heeft meerdere keren advies gegeven over de vragen.
De dataverzameling vond plaats van 3 december tot en met 6 december 2021. Er is geen herinneringsmail voor deelname uitgestuurd, gezien de hoge respons die op 6 december in de ochtend al was behaald.
Van de 4.363 uitgenodigden via het I&O Research Panel namen er uiteindelijk 2701 deel, een respons van 61,9 procent. Via PanelClix deden 152 deelnemers mee.
De steekproef werd volgens de normen van de Gouden Standaard (CBS) gewogen op geslacht, leeftijd, opleiding en regio en achteraf op de stem tijdens de Tweede Kamerverkiezingen in 2021. De weegefficiëntie na het wegen op geslacht, leeftijd, opleiding en regio (Nielsen-indeling) was 90 procent. Na het wegen op het stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 zakte de weegefficiënte naar 82 procent.

Het rapport

Download hier het hele rapport.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Charlotte van Miltenburg

Senior onderzoeker

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.