Koopavond: over en sluiten?
De koopavond boet in aan populariteit. Deze duidelijk conclusie kan worden getrokken op basis van een door I&O Research uitgevoerde peiling onder ruim 3.000 consumenten. Hoewel eenderde zegt nog minimaal een keer per maand een koopavond te bezoeken, zegt 44 procent ten opzichte van twee jaar geleden nu minder vaak naar een koopavond te gaan. Slechts 5 procent gaat juist vaker.
In de jaren vijftig ontstonden koopavonden omdat het salaris wekelijks op donderdagmiddag werd uitbetaald. Tot op de dag van vandaag zijn er daarom in veel steden en dorpen de winkels op donderdag- of vrijdagavond open. De laatste jaren staat deze traditionele koopavond ter discussie. Hiervoor is een aantal mogelijke oorzaken aan te wijzen, zoals het kopen via internet, de opkomst van koopzondagen en de economische crisis. Hoe oordelen consumenten tegenwoordig over de koopavond? Wordt deze nog gebruikt? En hoe belangrijk vindt men een koopavond tegenwoordig nog? Onderzoeksbureau I&O Research heeft deze en andere vragen gesteld aan ruim 3.000 consumenten.
De uitkomsten illustreren dat de oriëntatie op de koopavond kleiner wordt. Veel consumenten geven aan de koopavond minder vaak te bezoeken. Als redenen hiervoor noemen ze niet alleen een toenemende keuze voor internet. Ook een gebrek aan tijd en het minder uitgeven aan winkelbezoek zijn oorzaken voor een lagere bezoekfrequentie van de koopavond. Degenen die hebben aangegeven nooit naar een koopavond te gaan, zeggen de meerwaarde er niet van in te zien. Er zijn genoeg mogelijkheden om overdag of via internet aankopen te doen
Desondanks zegt 79 procent wel eens een koopavond te bezoeken, al doet de grootste groep dat minder dan 1 keer per maand. Opvallend is dat op de vraag wat men tijdens het laatste bezoek aan een koopavond heeft gekocht, consumenten het vaakst ‘levensmiddelen’ noemen. Daarna volgt op enige afstand kleding. De consument gebruikt de koopavond dus niet alleen om gezellig, recreatief te winkelen maar ook of misschien wel in toenemende mate om boodschappen te doen.
In veel gemeenten wordt ook gekeken naar wat de meest geschikte dag is voor een koopavond. De vrijdag is populairder dan de donderdag (44 versus 17 procent; de overigen hebben geen voorkeur of mening). Ook in grotere steden – waar vaak de koopavond op donderdag is – ‘wint’ de vrijdag het van de donderdag.
Misschien verrassend, maar vooral jongeren lijken nog aan een koopavond te hechten. Niet alleen maken zij vaker gebruik van een koopavond, ook vinden zij in meerderheid dat de koopavond nog steeds belangrijk is en dus niet afgeschaft moet worden. Met het stijgen der leeftijd neemt het belang dat consumenten hechten aan een koopavond rap af. De doorzettende vergrijzing in Nederland kan het draagvlak voor een doordeweekse avondopenstelling van winkels verder onder druk zetten.
De klassieke koopavond als aanvulling op de winkelmogelijkheden lijkt over het hoogtepunt heen te zijn. Niet alleen internet en economie hebben hier toe bijgedragen. Ook de avondopenstelling van supermarkten maakt de koopavond minder ‘noodzakelijk’. Hoewel de koopavond zeker nog voorziet in een bepaalde winkelbehoefte van consumenten zullen gemeenten en ondernemers zich samen moeten inspannen om de koopavond van voldoende toegevoegde waarde te laten zijn. Als er geen gericht beleid wordt gevoerd zal de ‘negatieve spiraal’ niet worden doorbroken en is het op termijn waarschijnlijk over en sluiten.