Kiezers: Provinciale Staten niet afschaffen

Nederlanders hebben meer vertrouwen in hun gemeenteraad (65%) dan in de Tweede Kamer (55%) of Provinciale Staten (47%).
21 februari 2019 | Peter Kanne

Minder vertrouwen in Provinciale Staten dan in gemeenteraad of Tweede Kamer 

Nederlanders hebben meer vertrouwen in hun gemeenteraad (65%) dan in de Tweede Kamer (55%) of Provinciale Staten (47%). Het lagere vertrouwen in de provincie wordt ten dele verklaard door de grote onbekendheid met dit vertegenwoordigend lichaam (24% weet het niet). Per saldo hebben nog altijd meer mensen wél vertrouwen in Provinciale Staten (47%) dan níet (30%). Dat laatste geldt niet voor het Europees Parlement: in het EP hebben bijna twee keer zoveel mensen geen vertrouwen (59%) als wel (33%).   

Hoeveel vertrouwen heeft u in:  

Het vertrouwen in de overheid is onder lager opgeleiden lager dan onder hoger opgeleiden. Dat verschil neemt toe naarmate de schaal waarop die overheid opereert groter is. In het Europees Parlement hebben hoger opgeleiden ruim twee keer zo veel vertrouwen als lager opgeleiden (46% versus 21%, factor 2,2). Voor de Tweede Kamer is dat factor 1,7, voor Provinciale Staten en gemeenteraad ‘slechts’ factor 1,2.  

Voldoende draagvlak voor Eerste Kamer en Provinciale Staten

Er is nog steeds voldoende draagvlak voor Eerste Kamer en Provinciale Staten. Slechts 15 procent vindt dat de Eerste Kamer moet worden afgeschaft, twee derde (65%) vindt van niet. Eveneens een minderheid (16%) wil de Provinciale Staten afschaffen, 59% wil dat niet. Omgekeerd is de helft van de kiezers van mening dat ‘Voor een goed bestuur van Nederland een apart bestuur voor provincies nodig is’. Een kwart (26%) is het hiermee oneens en nog eens 25 procent weet het niet.  

Provinciebestuurders in randprovincies veel bekender dan in Randstad-provincies 

Provinciebestuurders zijn niet erg bekend. Op de vraag ‘Kent u Commissaris van de Koning van uw provincie?’ antwoordt 39 procent bevestigend en een kwart zegt de ook de naam te kennen, wat in 80 à 90 procent van de gevallen blijkt te kloppen als respondenten gevraagd wordt de naam in een open veld te noteren.  De bekendheid van provinciebestuurders in de randprovincies is beduidend hoger dan in Randstad-provincies.   De bekendste Commissaris van de Koning is Jetta Klijnsma van Drenthe, spontaan bekend bij de helft van de Drenten. Daarna volgen Theo Bovens (Limburg), René Paas (Groningen), Han Polman (Zeeland) en Clemens Cornielje (Gelderland).  De bekendheid van gedeputeerden is half zo groot: 21 procent zegt er een of meer te kennen, 12 procent bij naam. Sietske Poepjes (gedeputeerde in Friesland) is de bekendste. Jo-Annes de Bat is in Zeeland vrij bekend. Beiden worden door circa een kwart van de inwoners van hun provincies spontaan genoemd.  

Kiezers gaan (ook) bij PS-verkiezingen voor de inhoud 

Voor de kiezers zal – net als vier jaar geleden en net als bij andere verkiezingen – bij de Provinciale Statenverkiezingen de inhoud prevaleren. Driekwart (76%) zegt vooral het beleid van de provincie te willen beïnvloeden met zijn of haar stem. In februari 2015 (een maand voor de verkiezingen) was dat 81 procent.   Een derde wil met zijn stem het kabinet steunen en een kwart wil het juist straffen. ‘Steuners’ vinden we vooral bij kiezers die in 2017 stemden op VVD en CU. Onder D66-kiezers uit 2017 is die loyaliteit een stuk lager. De ‘straffers’ zijn vooral te vinden bij PVV-, SP- en 50 Plus-kiezers uit 2017 . Degenen die in 2017 stemden op GroenLinks of PvdA gaan in maart niet meer dan gemiddeld naar de stembus om het kabinet te straffen. Een electorale strategie die gericht is op het wegsturen van het kabinet, zal voor deze partijen waarschijnlijk weinig electorale vruchten afwerpen. 

Milieu, energie & klimaat belangrijkste onderwerp bij PS-verkiezingen

Milieu, energie & klimaat (51%), regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer (48%) en duurzame ruimtelijke ontwikkeling (44%) zijn de belangrijkste thema’s voor kiezers en alle drie onderwerpen hebben aan belang gewonnen ten opzichte van vier jaar geleden. De kerntaak regionale economie daarentegen is duidelijk minder belangrijk geworden (het belang daalde van 52% naar 41%). In iets minder mate geldt dat ook voor kwaliteit van het openbaar bestuur (van 36 naar 29%).  

Verantwoording

Dit blijkt uit landelijk representatief onderzoek van I&O Research onder 3.145 Nederlanders van 18 jaar en ouder. Het onderzoek werd uitgevoerd van 22 tot en met 27 november 2018, in opdracht van Vrij Nederland.De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2017. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.  

Lees de artikelen in Vrij Nederland:

“Er is genoeg draagvlak voor de Provinciale Staten, maar weinig enthousiasme” (o.b.v. onderzoek I&O Research)

“Belangenverstrengeling ligt op de loer bij de Provinciale Staten” (o.b.v. onderzoek UvA)

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.