Keurige I&O-slotpeiling Tweede Kamerverkiezingen

Hoe goed was onze slotpeiling? We zagen de krachtsverhoudingen en de trends de afgelopen maanden en weken goed. Maar de zetelpeilingen waren maar een deel van ons kiezersonderzoek van de afgelopen maanden.
19 maart 2021 | Peter Kanne | #democratie #politiek #verkiezingen #zetelpeiling
Keurige I&O-slotpeiling Tweede Kamerverkiezingen

In de afgelopen verkiezingscampagne waren we veel in het nieuws met onze politieke peilingen. We leverden sinds december 2020 inhoudelijke analyses, waar in de kranten en op tv veel aandacht voor was. Zo lieten we in januari zien – op basis van longitudinaal onderzoek – dat kiezers (gemiddeld) – linkser en minder conservatief denken dan vier en tien jaar geleden. Hier constateerden we al dat de kloof tussen progressief en conservatief toeneemt. De verkiezingsuitslag – met winst voor D66, Volt en VVD (relatief progressief en internationaal georiënteerd) én voor populistisch rechts – met name FvD en JA21 (conservatief en nationaal georiënteerd) bevestigt dit. 

Links profiteerde niet; corona als versluierende deken

We lieten ook zien dat de linkse partijen niet profiteerden van de beweging naar (sociaaleconomisch) links. De coronacrisis duwde de inhoudelijke thema’s grotendeels naar de achtergrond. De VVD profiteerde daarvan en steeg naar ruim 40 zetels in de I&O-peiling. Lange tijd veranderde er weinig. Het lukte partijen als GroenLinks, PvdA, SP en D66 niet hun onderwerpen naar voren te brengen. Dat had ook te maken met het leiderschap: Mark Rutte genoot (en geniet) veel vertrouwen, Jesse Klaver, Lilianne Ploumen en Lilian Marijnissen konden daar niet aan tippen. Wopke Hoekstra en Sigrid Kaag leken aanvankelijk de strijd met Rutte aan te kunnen, maar zakten in januari weg, zo lieten we zien voor de Volkskrant. Belangrijkste conclusie uit dit eerste grote kiezersonderzoek, midden februari: “de coronacrisis ligt als een versluierende deken over de inhoudelijke thema’s. De partijen die – in de ogen van de kiezers – (kunnen) zorgen voor een stabiel bestuur en een premierwaardige lijsttrekker in de aanbieding hebben, mogen rekenen op de gunst van de kiezer.”

Toeslagenaffaire en electorale rimpelingen

Zelfs de toeslagenaffaire – waar veel mensen met afschuw naar keken en die het vertrouwen in de overheid schaadde, zoals we lieten zien voor NRC – zette kiezers niet aan tot ander stemgedrag.
Pas sinds begin februari zagen we enige electorale rimpelingen. De VVD begon zetels te verliezen en D66 zette een langzame, maar gestage lijn naar boven in.

Kaag overtuigt

Vanaf de eerste debatten zagen we dat Sigrid Kaag verraste en kiezers het meest overtuigde. In het tweede grote kiezersonderzoek voor de Volkskrant lieten we zien dat Sigrid Kaag zich in de afgelopen weken een beduidend betere positie had verworven. Meer mensen zagen begin maart in haar een mogelijk betrouwbare minister-president, ook meer kiezers vonden nu dat zij een ‘goede visie op waar het land naartoe moet’ had en meer mensen vonden haar een ‘echte leider’.
Mark Rutte wist de meeste aanvallen af te slaan door te blijven benadrukken dat hij de man is die Nederland door de coronacrisis kan slepen, maar moest toestaan dat zijn VVD daalde van ruim 40 zetels naar 33 zetels in onze slotpeiling (het werden er uiteindelijk 34).

Opkomst

In onze onderzoeken zagen we ongeveer dezelfde opkomstintentie als voorafgaand aan de vorige Tweede Kamerverkiezingen. Voor het ministerie van BZK onderzochten we of en hoe kiezers hun stem dachten uit te gaan brengen. Hier schreven we begin maart over: “Acht op de tien Nederlanders 18+ (79%) zijn ‘zeker wel’ van plan om te gaan stemmen bij de Tweede Kamerverkiezing. Het percentage ‘zeker wel’ is doorgaans een goede indicator van het opkomstpercentage.” De opkomst lijkt inderdaad op 79 procent te zijn uitgekomen.

De eerlijk gebiedt te zeggen dat we het vlak voor de verkiezingen niet hebben aangedurfd hier al te stellige beweringen over te doen. Bij deze verkiezingen kon er op drie dagen worden gestemd en 70-plussers konden via de post stemmen. De vrees bestond dat kiezers thuis zouden blijven uit angst voor besmetting met het coronavirus. Hoewel uit onze onderzoeken – voor BZK, maar ook voor Op1 – daar geen grond voor leek te bestaan (slechts 1% zei om die reden thuis te blijven), waren we toch voorzichtig met voorspellingen hierover.

Hoe goed was de I&O-slotpeiling?

Verkiezingsdag is niet alleen voor de politici “dag des oordeels”, ook de peilers worden geëvalueerd. Dat doen we natuurlijk zelf ook. Op dit moment loopt er een nameting onder de respondenten die deelnamen aan de slotpeiling. Op basis van wat we nu binnen hebben, kunnen we al enkele conclusies trekken.
Hoewel we bij onze slotpeiling zeggen dat we geen voorspelling doen, dat het een weergave is van de verhoudingen van dat moment (dinsdagochtend 16 maart), dat we te maken hebben met onnauwkeurigheidsmarges en dat kiezers onder andere nog debatten en peilinguitslagen zien, die hun stemvoorkeur nog kunnen beïnvloeden, moet de laatste zetelpeiling toch wel een enigszins reëel beeld geven van de te verwachten uitkomst.

We denken dat dat goed gelukt is. Waarom?  

  • We zagen de trends de afgelopen tijd goed:
    • De VVD daalde de laatste 6 weken, maar werd toch de grootste. Dat lieten we keurig zien. De VVD haalde 34 zetels, 33 in onze slotpeiling.   
    • De groei van D66 zagen we goed. D66 kreeg in onze peiling 19 zetels, het werden er 24. Dat D66 zo ver zou doorgroeien zagen we niet direct, maar dit gebeurde na de slotpeiling: een deel van de GL-, PvdA- en SP-kiezers stapte in de laatste dagen over naar D66, zo blijkt uit onze voorlopige nameting.
    • We schreven bij onze slotpeiling “De strijd om de tweede plaats gaat tussen PVV, D66 en CDA. PVV en D66 komen beide op 19 zetels, het CDA op 17 zetels. Rekening houdend met marges zijn deze drie partijen ongeveer even groot.” PVV haalde er 17, CDA 15, dat is beide binnen de marges. Veel kiezers aan de linkerkant zijn (mede op basis van deze peilinginformatie) strategisch gaan stemmen: ze wilden dat tenminste een links/progressieve partij meedoet om de macht. Een kiezer die op het laatst overstapte van PvdA naar D66: “De lijsttrekker kwam goed over. Bovendien leek D66 mogelijk de 2e partij te worden; dat wilde ik wel steunen.”
  • We zagen de entree van alle nieuwe partijen goed: Volt (4 zetels in onze slotpeiling, 3 daadwerkelijk), JA21 (2, 3), BBB en BIJ1 (beide op 1 gepeild en 1 gehaald)
  • Ook de andere middelgrote en kleine partijen haalden ongeveer even veel zetels als we in onze slotpeiling zagen (CU, PvdD, SGP, DENK, 50+ ): goed gezien

FvD iets minder goed gezien

De groei van FvD (van 2 naar 8 zetels) hebben we niet helemaal gezien. We hadden 5 zetels voor FvD in onze slotpeiling. In de nameting zien we nog geen duidelijke verklaring. Het zou kunnen dat we de Forum-stem niet helemaal goed gevangen hebben, dat een deel van die kiezersgroep wetenschap, media, instituties en dus ook peilers wantrouwt en niet aan onze peilingen mee wil doen.

Geen voorspelling

De “disclaimer” die we gaven bij onze slotpeiling op 16 maart:
Afgezien van deze marges, moet deze peiling niet worden gelezen als een exacte voorspelling van de uitslag. Het onderzoek vond grotendeels plaats van maandagmiddag 15 maart op dinsdagochtend 16 maart. Kiezers zien o.a. nog debatten en peilinguitslagen, die hun stemvoorkeur nog kunnen beïnvloeden.
Zie voor een analyse van de slotpeilingen van de afgelopen vier TK-verkiezingen ook dit artikel van Tom Louwerse, politicoloog aan de Universiteit van Leiden en maker van de Peilingwijzer: 
“Slotpeilingen zijn informatief, maar let vooral op de grote lijnen”

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.