16- en 17-jarigen staan niet te springen om te stemmen
Verlaging stemgerechtigde leeftijd lauw ontvangen door jongeren
Momenteel is de stemgerechtigde leeftijd achttien jaar. Als dit verlaagd zou worden naar zestien jaar zou dat waarschijnlijk niet tot een veel hogere opkomst leiden.
Van de 16- en 17-jarigen zegt 30 procent zeker te gaan stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen als dat mogelijk zou zijn. Normaal gesproken ligt het daadwerkelijke opkomstpercentage voor de gemeenteraadsverkiezingen zo’n 10 procent lager dan het percentage dat in opinieonderzoek ‘zeker’ zegt te gaan stemmen. Daarom zou de opkomst waarschijnlijk ergens tussen de 20 en 30 procent liggen onder de groep 16- tot 17-jarigen.
Ter vergelijking: van de 18-plussers zegt 65 procent zeker te gaan stemmen. Bij de raadsverkiezingen in 2018 lag de totale opkomst op 55 procent, de opkomst onder jongeren (18-35 jaar) lag dat jaar op 42 procent,
Voor Tweede Kamerverkiezingen zien we dat de opkomst bij 16- en 17-jarigen iets hoger zou liggen dan bij de de gemeenteraadsverkiezingen, maar een stuk lager dan onder de rest van de bevolking. Van de 16- en 17-jarigen zegt 44 procent zeker te gaan stemmen tegenover 76 procent van de 18-24 jarigen en 78 procent van de volledige stemgerechtigde bevolking.
Opvallend genoeg zijn de verschillen naar leeftijd voor de Tweede Kamerverkiezingen beduidend kleiner dan bij de gemeenteraadsverkiezingen, met uitzondering van de 16- en 17-jarigen.
16- en 17-jarigen zouden vaker links-progressief stemmen
Jongeren van 16 en 17 jaar zouden, als dat zou mogen, bij de Tweede Kamerverkiezingen vaker op links-progressieve partijen stemmen dan de stemgerechtigde bevolking. Een op vijf geeft aan op GroenLinks te willen stemmen. Dat is flink meer dan de zeven procent die de partij van 18-plussers krijgt. Ook BIJ1 (5% tegenover 1% onder de stemgerechtigde bevolking) scoort relatief goed onder jongeren. VVD (11% tegenover 16%) en PVV (4% tegenover 9%) scoren duidelijk slechter onder deze leeftijdsgroep.
De leeftijdsgroep hierboven (18 tot en met 24 jaar) neigt ook vaak naar GroenLinks (17%). Daarnaast is ook Volt in trek (11%) bij deze groep.
(Ook) 16- en 17-jarigen tegen verlagen stemgerechtigde leeftijd
Driekwart van de Nederlanders is tegen een verlaging van de stemgerechtigde leeftijd van 18 naar 16 jaar. Steun voor verlaging varieert nauwelijks naar leeftijd. Ook kiezers van 18 tot en met 34 jaar zijn het zelden eens met de stelling.
Onder de groep om wie het gaat, 16- en 17-jarigen, is er iets meer steun (24%). Desalniettemin vindt de helft (51%) dat de stemgerechtigde leeftijd niet omlaag moet, oordeelt 21 procent neutraal en weet 5 procent het niet.
18- tot 24-jarigen zijn sceptisch over kennis jongere generatie
Nederlanders hebben er niet veel vertrouwen in dat 16-jarigen voldoende verstand van politiek hebben om te stemmen bij de verkiezingen. Maar de 16- en 17-jarigen hebben dat zelf ook niet.
Iets minder dan de helft, 46 procent, is het eens met de stelling “16-jarigen hebben onvoldoende verstand van politiek om te stemmen bij verkiezingen”, terwijl een kwart (24%) het ermee oneens is.
Opvallend is dat 18- tot 24-jarigen het vaakst van mening zijn dat 16-jarigen onvoldoende verstand van politiek hebben om te stemmen (56%). Ze hebben die leeftijd net achter zich gelaten en met terugwerkende kracht is maar een klein deel (20%) ervan overtuigd dat je op je 16de al klaar bent voor de kiezersrol.
Meerderheid 16- tot 24-jarigen let op wat partijen voor jongeren doen
Ruim de helft van de 18- tot 24-jarigen zegt bij de gemeenteraadsverkiezingen speciaal op te letten wat politieke partijen voor jongeren doen. Onder 16- en 17-jarigen zou 52 procent hierop letten. Een op drie van deze leeftijdsgroep zegt zelfs op een jongerenpartij te zullen stemmen als die mee zou doen in zijn/haar gemeente. Onder 18- tot 24-jarigen betreft dit een op vijf (21%).
Ruimte voor een jongerenpartij?
Op de vraag van Binnenlands Bestuur of er landelijke ruimte zou zijn voor een jongerenpartij reageert onderzoeker Asher van der Schelde als volgt:
“Puur cijfermatig gezien is er landelijk zeker ruimte voor een jongerenpartij. Er zijn in Nederland zo’n anderhalf miljoen jongeren tussen de 18 en 25 jaar. Dat is 11 procent van de stemgerechtigde bevolking, oftewel zo’n zestien zetels. Het probleem is echter dat jongeren ideologisch sterk van elkaar verschillen. Ze stemmen relatief vaker op progressieve partijen zoals GroenLinks, Volt en D66 maar ook partijen als DENK en FvD waren tijdens de Tweede Kamerverkiezingen in zwang bij de jongere kiezer. Onderwerpen die voor jongeren belangrijk zijn, zoals klimaat, wonen en studiefinanciering, lijken nu bovendien door een aantal partijen te worden opgepakt. Daardoor is er nu weinig ruimte voor een jongerenpartij om zich te profileren. Indien dit echter niet goed gebeurt en jongeren zich in toenemende mate benadeeld voelen, bijvoorbeeld vanwege hun positie op de woning- of arbeidsmarkt, zou deze ruimte wel kunnen ontstaan.”
Verantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 14 tot maandag 17 januari. In totaal werkten 2.230 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan het grootste deel van dit onderzoek. Het grootste deel van de steekproef (n=2113) is afkomstig het I&O Research Panel, 117 respondenten deden mee via PanelClix. Dit zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond.
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.
De sub-steekproef van 16- en 17-jarigen liep van vrijdag 14 tot en met maandag 24 januari. Er deden 154 jongeren mee.
Het volledige rapport
Klik hier om het volledige rapport te downloaden (opent in een ander tabblad).
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur
Asher van der Schelde
Onderzoeker