Veel zorgen over conflict in Israël en Palestina
Nederland maakt zich zorgen
Nog steeds maken drie op vier (76%) Nederlanders zich zorgen over het conflict tussen Israël en Hamas / de Palestijnen. Ruim zes op tien Nederlanders (63%) volgen de oorlog (op de voet of op hoofdlijnen). Twee weken geleden was dat nog 72 procent.
De meeste Nederlanders ervaren geen directe negativiteit. Dat geldt wel voor Nederlanders met een niet-westerse achtergrond (Marokkaanse achtergrond: 50% ervaart directe negativiteit, Turkse achtergrond: 38%). Over Nederlanders met een Joodse achtergrond kunnen we gezien de beperkte omvang van deze groep geen uitspraken doen.
Israël vaker verantwoordelijk gehouden dan eerst, maar minder dan Hamas
Men is het er grotendeels (75%) over eens dat Hamas verantwoordelijk is voor oplaaien en verloop van het conflict in het Midden Oosten.
Maar de staat Israël (van 45 naar 55%) en premier Netanyahu (van 51 naar 60%) worden voor het verloop ervan vaker verantwoordelijk gehouden dan twee weken geleden voor het oplaaien.
Voor de Palestijnse Autoriteit is die stijging veel kleiner (van 29 naar 32%).
Helft Nederlanders: militaire reactie Israël is buitenproportioneel
We legden een aantal stellingen voor die we twee weken geleden ook voorlegden. De grootste verandering zien we bij de stelling de militaire reactie van Israël op de aanvallen van Hamas is buitenproportioneel: bijna de helft (48%) is het ermee eens, op 25 oktober was dat 43 procent (19 procent is het hier niet mee eens, dat was 20 procent in oktober).
Nog steeds weinig steun voor reactie Nederlandse regering
Nog steeds zegt een meerderheid (53%) niet of in beperkte mate achter de manier te staan waarop de Nederlandse regering omgaat met het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Twee weken geleden was dat 55 procent (geen significant verschil). Bijna drie op tien (29%) staan er wel achter, dat is iets meer dan in oktober (27%).
Onder kiezers van VVD, CDA, CU en SGP zien we dat minimaal de helft de regering steunt. Bijna geen kiezers van DENK en FvD staan er achter. Ten opzichte van oktober zijn de veranderingen klein, al lijkt de steun onder de BBB-aanhang te zijn toegenomen.
Helft: Nederland moet kritischer zijn op Israël
De helft van de Nederlanders (51%) vindt dat de Nederlandse regering kritischer moet zijn op Israël dan het nu is. Twee weken geleden was dit nog 55 procent, een lichte afname.
Eén op vijf (22%) vindt u de regeringsreactie goed, 8 procent vindt dat Nederland meer steun moet bieden aan Israël.
Twee derde wil staakt-het-vuren
Twee derde vindt weliswaar dat Israël het recht heeft zich te verdedigen (68%), maar ook dat dat de oorlog (tijdelijk) gestopt moet worden (staakt-het-vuren: 65% mee eens) en dat ‘Israël veel meer humanitaire hulp de Gazastrook binnen moet laten’ (70%).
Dat ‘Nederlanders te snel denken in termen van goed en fout’ wordt door 62% gevonden (was 61% in oktober). De ‘twee-statenoplossing’ wordt door 57 procent als ‘de enige oplossing gezien’ (was 58%).
Weinig begrip voor tegenhouden humanitaire hulp
De argumenten die door Israël worden aangedragen voor de massale aanvallen en het tegenhouden van hulp worden maar beperkt begrepen: met ‘Ik heb er begrip voor dat Israël geen staakt-het-vuren wil, omdat ze dan Hamas niet kunnen uitschakelen’ is slechts 28 procent het eens (35% oneens) en met ‘Ik heb er begrip voor dat Israël niet veel humanitaire hulp de Gazastrook wil binnen laten, omdat er dan ook wapens bij Hamas kunnen komen’ slechts 23 procent (45% is het ermee oneens).
Angst voor escalatie
Zes op tien Nederlanders (62 procent) zijn bang voor verdere escalatie van dit conflict in het Midden-Oosten en 58 procent vreest dat het conflict in Nederland tot meer antisemitisme leidt.
Iets minder dan de helft (45%) is bang dat dit conflict ook in Nederland tot geweld leidt en bijna evenveel mensen (42%) vrezen meer moslimhaat.
Vooral Nederlanders met niet-westerse achtergrond ervaren direct negativiteit
Vier op tien (42%) vinden nu al dat dit conflict de Nederlandse samenleving verdeelt al zegt ‘slechts’ een op negen (11%) dit conflict beïnvloedt mijn eigen leven negatief.
Dit laatste geldt meer dan gemiddeld voor DENK-kiezers (68%), Nederlanders met een niet-westerse achtergrond (33%; Marokkaanse achtergrond: 50%, Turkse achtergrond: 38%) en mensen die in de meest stedelijke gebieden wonen (18%). Over Nederlanders met een Joodse achtergrond kunnen we gezien de beperkte omvang van deze groep geen uitspraken doen.
Verkiezingen: voor NW-migrant en DENK-kiezer speelt conflict sterk mee
Opnieuw blijkt het conflict tussen Israël en Hamas/de Palestijnen nauwelijks effect te hebben op het stemgedrag. Net als 2 weken geleden zegt 9 procent van wel, maar we zien het maar heel beperkt terug in de zetelpeiling.
Ook hier zien we dat Nederlanders met een niet-westerse achtergrond vaker bevestigend antwoorden (39%; Marokkaanse achtergrond: 58%, Turkse achtergrond: 52%).
Voor DENK-kiezers is het een heel belangrijk punt: 83 procent is het eens met deze stelling. DENK lijkt met haar stellingname in het Israël-Palestina-conflict een zetel te winnen (gaat van 3 naar 4 in de zetelpeiling). Veel van de DENK-kiezers noemen het spontaan als stem- en/of switchmotief.
Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek vond plaats van maandagochtend 6 november tot dinsdagochtend 7 november. In totaal werkten 2.190 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De steekproef is grotendeels getrokken in het I&O Research Panel. 102 respondenten met een niet-westerse achtergrond deden mee via Panelclix.
I&O Research voerde dit onderzoek uit op eigen initiatief. Er was geen opdrachtgever.
Weging en marges
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=2.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 2,2 procent.
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur
Asher van der Schelde
Onderzoeker