I&O zetelpeiling: VVD, GL-PvdA en NSC nog dichter bij elkaar
VVD (27 zetels), GroenLinks-PvdA (26) en NSC (26) houden elkaar nog altijd in evenwicht. De drie partijen doen (statistisch) niet voor elkaar onder. PVV (18) en BBB (11) volgen op enige afstand en zouden zich daar nog altijd bij kunnen voegen. Daarna zien we een groot peloton van tien partijen met tussen de twee en zes zetels.
Voor electorale ontwikkelingen door de tijd heen verwijzen we naar de I&O Trends-pagina.
VVD meest zekere kiezers; NSC grootste potentie
Onderstaande figuur laat zien dat NSC, GL-PvdA en VVD ongeveer gelijk scoren als je alleen kijkt naar de zekere (kiezers die geen andere partij overwegen) en onzekere kiezers (kiezers met een voorkeurspartij die ook andere partijen overwegen). Bij elkaar opgeteld vormt dit de basis voor de 27 of 26 zetels ut de zetelpeiling, waarbij de VVD de meeste zekere stemmen kent. Maar de figuur toont ook dat NSC meer ‘mogelijke kiezers’ (kiezers die nu naar een andere partij neigen, maar ook NSC overwegen) heeft dan alle andere partijen. Ook BBB en PVV kunnen, zo gezien, nog flink groeien.
VVD-kiezer gemotiveerd door standpunten en stabiel bestuur
Als we kijken waarom kiezers op een van de drie grote partijen stemmen zien we opmerkelijke verschillen. Kiezers van de VVD doen dit relatief vaak vanwege
het stabiele bestuur (47%) waar de partij voor kan zorgen. Standpunten (60%) worden nog iets vaker genoemd. Als we hierover doorvragen betreft dit vooral standpunten m.b.t. immigratie en economie.
NSC-kiezer kiest voor Omtzigt
Kiezers van NSC noemen niet vaak de standpunten van de partij (36%),
maar des te vaker de lijsttrekker (66%). Omtzigt wordt gezien als een eerlijke politicus die de bestuurscultuur in Den Haag zou kunnen veranderen.
GL-PvdA-kiezer gaat voor de inhoud: klimaat en armoede
Bij kiezers van GroenLinks-PvdA speelt naast de standpunten (79%) ook strategie een relatief grote rol (33%). Zij hopen op een groot links-progressief blok dat mee kan doen om de grootste te worden en zal meeregeren.
Kiezers van de grote partijen geven ook andere antwoorden als we ze vragen waar deze verkiezingen over moeten gaan. VVD-kiezers noemen relatief vaak immigratie (50%), alsmede economie (36%) en veiligheid (31%, niet in de figuur). Voor kiezers van GL-PvdA zijn klimaatverandering (76%) en armoedebestrijding (50%) duidelijk belangrijker. Kiezers van NSC noemen relatief vaak de woningmarkt (51%).
Onduidelijkheid over positie NSC
We vroegen kiezers zichzelf en politieke partijen in te delen op een schaal van 1 (links) tot 9 (rechts). NSC-kiezers plaatsen zichzelf voor een relatief groot deel precies in het midden (25%). De rest vindt zichzelf eerder rechts (39%) dan links (21%). Zeven procent weet niet waar zichzelf te plaatsen. Daarmee lijkt de ideologische zelf-inschatting van NSC-kiezers het meest op die van CU- en CDA-kiezers.
Over hoe de partij moet worden geclassificeerd bestaat enige onduidelijkheid. Circa een derde weet niet waar de partij moet worden ingedeeld. Verder ziet 17 procent NSC als links, 27 procent rekent haar tot het midden en 25 procent als rechts.
Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 6 tot maandagochtend 9 oktober 2023. In totaal werkten 2.293 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. I&O Research voerde dit onderzoek uit op eigen initiatief. De steekproef is volledig getrokken in het I&O Research Panel.
De ruime meerderheid (meer dan 80%) van de respondenten vulde de vragenlijst in voor de gebeurtenissen in Israël en Gaza bekend werden.
Rolling panel
In de politieke peilingen in aanloop naar de verkiezingen maken we gebruik van een zogeheten rolling panel. Dit houdt in dat een deel van de respondenten die deelnamen aan de vorige peiling, ook voor de nieuwe peiling wordt uitgenodigd. Op die manier kunnen we scherp meten welke kiezersstromen plaatsvinden en welke redenen kiezers hebben om van partijvoorkeur te veranderen. Aan deze peiling namen 1.144 respondenten deel die ook deelnamen aan de peiling van eind september.
Weging en marges
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=2.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 2,2 procent.
Asher van der Schelde
Onderzoeker
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur