I&O-zetelpeiling: NSC halveert door opstelling in formatie, PVV profiteert

In de I&O-zetelpeiling van februari is de PVV nog altijd de grootste partij. De PVV staat nu op 49 virtuele zetels. NSC verliest steun (van 20 naar 9 zetels) vanwege de opstelling van de partij in de formatie. De meest populaire coalitie is immers nog altijd PVV, VVD, NSC en BBB.
13 februari 2024 | Peter Kanne & Asher van der Schelde

De PVV is bijna drie maanden na de verkiezingen nog veruit de populairste politieke partij van Nederland. Als er nu verkiezingen zouden worden gehouden zou de PVV circa 49 zetels halen. Dat is een stijging van zes zetels ten opzichte van de I&O-peiling van december en twaalf in vergelijking met de zetelverdeling in de Tweede Kamer sinds november 2023.

De partij van Wilders profiteert van de weifelende opstelling van NSC in de formatie. Partijleider Pieter Omtzigt zette verleden week de onderhandelingen stop tussen PVV, VVD, NSC en BBB. Kiezers die hun zinnen hadden gezet op een rechts kabinet nemen dit NSC niet in dank af, waardoor de partij elf zetels inlevert (van 20 naar 9). Ze verwijten Omtzigt besluiteloosheid, het niet nakomen van beloften en het spelen van spelletjes. Zijn waarderingscijfer, in augustus maar liefst een 7,6 – juist omdat van hem een betrouwbaarder type politiek werd verwacht – daalde via een 6,5 in december naar een 5,5 nu. Teleurgestelde NSC-kiezers wijken grotendeels uit naar de PVV, met name om het signaal af te geven dat ze een rechts kabinet (met de PVV) willen.

Conservatief-rechts nu grootste stroming, centrumrechts zakt verder weg

Onderstaande figuur illustreert het stemgedrag in Nederland bij de afgelopen tien Tweede Kamerverkiezingen en deze peiling (aangegeven met stippellijn), naar politieke stroming.

Bij de verkiezingen van november 2023 scoorde de rechts-conservatieve partijen voor het eerst ongeveer even goed (van 32 naar 51 zetels) als het centrumrechtse blok (van 54 naar 52 zetels). Het links-progressieve blok daalde van 63 zetels in 2021 naar 47 zetels.

Inmiddels is de situatie anders: het rechts-conservatieve blok kan in deze peiling rekenen op circa 64 (virtuele) zetels en is daarmee veruit de grootste. Centrumrechts levert maar liefst 16 zetels in en daalt naar 36 zetels. Het links-progressieve blok levert niet verder in (van 47 naar 50 zetels). 

Meerderheid kiezers negatief over stuklopen formatie

Deze electorale ontwikkelingen kunnen niet los worden gezien van de belofte die uitging van de verkiezingsuitslag en het voorlopig mislukken van de formatie. De meeste kiezers willen dat er een rechts kabinet komt (met name omdat ze de immigratie willen terugdringen; zoals hen beloofd is door de vier partijen die de afgelopen weken met elkaar onderhandelden).

Ruim de helft van de Nederlandse kiezers kijkt dan ook negatief naar het stuklopen van de formatieonderhandelingen (53%). Vooral degenen die in november stemden op onderhandelingspartners PVV (73%), BBB (68%), VVD (71%) en NSC (58%) zijn teleurgesteld. Eén op vijf kiezers vindt het prima dat de formatie vastliep, dit zijn vooral linkse kiezers.

Meerderheidskabinet PVV, VVD, NSC, BBB minder populair

Zoals gezegd, men ziet een rechts kabinet overwegend nog steeds als de meest gewenste of logische coalitie, maar kiezers anticiperen ook op de recente ontwikkelingen.

Koos in december nog bijna de helft (45%) voor een meerderheidskabinet van PVV, VVD, NSC en BBB, daalt dat nu naar een derde (32%). Een minderheidskabinet van PVV, VVD en BBB is daarentegen flink in populariteit gestegen (8% naar 24%). Dat geldt in mindere mate ook voor een centrumlinks kabinet met GL-PvdA, VVD, NSC en D66, dat nu door een kwart van de kiezers acceptabel wordt gevonden (was 20%).

Weinig begrip voor stoppen onderhandelingen; NSC (Omtzigt) verantwoordelijk gehouden

Slechts een kwart van de kiezers heeft begrip voor het besluit van NSC om uit de formatieonderhandelingen te stappen. Beduidend meer kiezers (44%) begrijpen dat niet (de rest kijkt er neutraal naar of weet het niet). Kiezers van linkse en progressieve partijen hebben hier meer begrip voor dan rechtse kiezers.

Kiezers die in november zelf op NSC stemden zijn verdeeld over de stap van ‘hun’ partij: 35 begrijpt het wel, 38 procent niet (17% neutraal).

Zes op tien kiezers (58%) houden NSC verantwoordelijk voor het mislukken van de formatie. Kiezers van PVV (82%), VVD (82%) en BBB (69%) wijzen nog vaker naar NSC.

Ook de helft van de kiezers die in november 2023 zelf op NSC stemden houdt de partij verantwoordelijk (48%).

Populariteit Omtzigt krijgt knauw; Wilders stabiel

Dit alles heeft z’n weerslag op de populariteit van Pieter Omtzigt, deze neemt – ten opzichte van 20 november – flink af. Omtzigt, die bij de entree van NSC nog een 7,6 scoorde, krijgt nu gemiddeld een 5,5. Nog iets meer dan een kwart (27%) van de kiezers heeft vertrouwen in Omtzigt als mogelijke premier, in september 2023 was dat nog 54 procent.

Geert Wilders zit met een gemiddelde van 5,2 in de middenmoot. Hij krijgt de meeste achten, negens en tienen (26%), maar ook – samen met Timmermans – de meeste onvoldoendes (48%).

Wilders krijgt het vertrouwen als mogelijke minister-president (‘zeer’ tot ‘redelijk groot’) van 28 procent van de kiezers, waarmee hij – samen met Omtzigt, Timermans en Plasterk – de hoogste cijfers krijgt.

Weinig enthousiasme voor nieuwe verkiezingen

De meeste kiezers willen geen nieuwe verkiezingen, een kwart (25%) wil dat wel.

Dit zijn enerzijds vaak kiezers van PVV (33% is het eens met de stelling, 37% niet) en BBB (32%), waarschijnlijk omdat ze verwachten dat hun partijen nu (nog) beter kunnen scoren dan in november.

Anderzijds zijn dat kiezers van kleinere linkse partijen (SP 34%, DENK 39%, PvdD 33%). GL-PvdA-kiezers willen vaker niet (39%) dan wel nieuwe verkiezingen (22%).

Onderzoeksverantwoording

Dit onderzoek vond plaats van vrijdagmiddag 9 februari tot maandagochtend 12 februari. In totaal werkten 2.752 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De steekproef is grotendeels getrokken in het I&O Research Panel. 102 respondenten met een niet-westerse achtergrond deden mee via Panelclix.

Weging en marges

De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=2.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 2,2 procent.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

afbeelding

Asher van der Schelde

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.