I&O zetelpeiling: GL-PvdA, VVD en NSC verwikkeld in stoelendans

Over twee maanden vinden de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 plaats. Momenteel gaan GroenLinks-PvdA, VVD en NSC gezamenlijk aan kop. PVV wint vier zetels ten opzichte van de vorige meting. Zo blijkt uit de tweede I&O Research zetelpeiling van september.
27 september 2023 | Peter Kanne & Asher van der Schelde

Drie partijen samen aan kop; PVV in de lift

Circa twee maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen van november 2023 gaan drie partijen gezamenlijk een kop: GroenLinks-PvdA, VVD en NSC. Waar NSC twee weken geleden de stoelendans leidde, is dat nu GL-PvdA (van 27 naar 29 virtuele zetels), VVD gaat van 25 naar 27 NSC levert drie zetels in en komt op 25 zetels. Maar, omdat voor de grotere partijen een marge van circa 2 procent (2 à 3 zetels) geldt, zijn deze veranderingen en de verschillen tussen de drie partijen – net als 2 weken geleden – niet statistisch significant.

PVV wint vier zetels ten opzichte van twee weken geleden waarmee de partij uitkomt op 18.

De BBB daalt gestaag sinds april 2023. Destijds peilden wij de partij op 31 zetels. Daar zijn nu nog 12 (virtuele) zetels van over. Ook de gestage neergang van D66 zet door: van negen zetels in juli naar vijf nu.

GL-PvdA-kiezers kijken naar de standpunten; NSC-kiezers gaan af op Omtzigt

Kiezers stemmen om heel verschillende redenen op de drie grootste partijen.

GL-PvdA-kiezers gaan vooral af op de standpunten van de partij, dan pas de lijsttrekker (Frans Timmermans). Timmermans wordt door zijn eigen achterban goed gewaardeerd (8,0), maar gemiddeld (van alle kiezers) krijgt hij een bescheiden 4,8. Inhoudelijk gaat het de GL-PvdA-kiezers vooral om klimaatverandering, daarna om armoedebestrijding en de woningmarkt.

Ook de strategische stem speelt mee. GroenLinks-PvdA is aantrekkelijk voor links-progressieve kiezers die hopen op een sterk progressief blok dat haar stempel kan drukken op het regeringsbeleid. Al zijn er ook kiezers die juist vanwege de samenwerking afhaken. Sommige voormalig GroenLinks-kiezers vrezen dat de partij minder aandacht zal besteden aan het klimaat. Sommige ex-PvdA’ers vermoeden juist dat het klimaatbeleid ten koste zal gaan van lagere inkomensgroepen.

De NSC-kiezer gaat vooral af op lijsttrekker Omtzigt en beduidend minder vaak op de standpunten. Pieter Omtzigt wordt – met een 7,3 – nog steeds verreweg het best gewaardeerd. Als het om de inhoud gaat vinden NSC-kiezers vooral armoedebestrijding, woningmarkt, immigratie en gezondheidszorg belangrijk.

Ten opzichte van een maand geleden verliest NSC zes virtuele zetels. Vertrekkende kiezers geven vooral aan dat NSC nog niet duidelijk heeft gemaakt waar het voor staat.

De VVD-kiezer opteert voor deze partij vanwege haar standpunten en de stabiliteit die de VVD het land te bieden heeft. Yesilgöz krijgt een keurige 6,2 van de kiezers, maar toch speelt de lijsttrekker een relatief beperkte rol voor de VVD-kiezers: 30 procent noemt het als stemmotief (terwijl Rutte dat in 2021 voor 54% van de VVD-kiezers was).  VVD-kiezers vinden dat de verkiezingen vooral moeten gaan over immigratie (48%). Ook de woningmarkt (39%), veiligheid (35%) en economie (35%) zijn voor hen relatief belangrijke thema’s.

Kiezers die recent zijn geswitcht naar VVD noemen (spontaan) soms lijsttrekker Yesilgöz als motivatie. Anderen vrezen ervoor dat het regeringsbeleid zonder VVD economisch te veel naar links zal neigen. Kwesties rondom immigratie, waar VVD een speerpunt van maakt, worden niet genoemd door nieuwe kiezers.

De PVV boekt als enige partij significante winst ten opzichte van twee weken geleden (van 14 naar 18 zetels). Kiezers stappen over van andere rechtse partijen. Twee redenen worden vooral genoemd: het standpunt van de PVV m.b.t. immigratie en dat de VVD inmiddels openstaat voor regeren met de PVV. Nieuwe PVV-kiezers hopen op kabinetsdeelname waarmee het beleid naar rechts kan worden getrokken.

Een maand na de Provinciale Statenverkiezingen peilden wij de BBB op 31 zetels. Nu zijn daar nog 12 virtuele zetels van over. De partij lijdt onder de komst van NSC. Kiezers die in de afgelopen weken de partij de rug toekeerden geven daar uiteenlopende redenen voor. Het optreden van Caroline van der Plas bij de afgelopen APB wordt niet genoemd. Wel neemt de waardering voor Van der Plas licht af (van 6,0 naar 5,6).

Afgelopen week was BBB negatief in het nieuws toen bleek dat Mona Keijzer wachtgeld ontvangt nadat BBB-lijsttrekker Van der Plas kritiek had geuit op het feit dat Frans Timmermans gebruik maakt van wachtgeld. Geen enkele kiezer noemt dit als reden om de BBB de rug toe te keren.

Ruim driekwart nog onzeker over stem

Inmiddels zegt bijna een kwart (23%) van de kiezers die voornemens zijn te gaan stemmen zeker te zijn van zijn of haar stemkeuze. Dat is meer dan twee weken geleden het geval was (destijds 17%). Ruim de helft (55%) van de kiezers valt nu te kwalificeren als ‘onzekere kiezer’. Dit zijn kiezers die een partij prefereren, maar ook andere partijen in overweging nemen. De rest, 22 procent, is nog helemaal zwevend.

De uitkomsten verschillen weinig van midden januari 2021. Toen zweefde 18 procent nog helemaal, nu is dat 22 procent. Kortom, het is niet zo dat er nu veel meer onzekerheid is onder kiezers dan bij de voorgaande verkiezingen.

Keuzeset: net als in 2021 worden gemiddeld 2,3 partijen overwogen

Kiezers met een stemvoorkeur hebben gemiddeld een keuzeset van 2,3 partijen (inclusief de voorkeurspartij). Dat is precies evenveel als in januari 2021 (eveneens twee maanden voor de verkiezingen). Wederom een teken dat de huidige onzekerheid onder het electoraat niet ongewoon is.

Onderzoeksverantwoording

Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 22 tot en met maandagochtend 25 september 2023. In totaal werkten 2.288 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek.

I&O Research voerde dit onderzoek uit op eigen initiatief, in samenwerking met Khalid & Sophie.

De steekproef is volledig getrokken in het I&O Research Panel.

Rolling panel

In de politieke peilingen in aanloop naar de verkiezingen maken we gebruik van een zogeheten rolling panel. Dit houdt in dat een deel van de respondenten die deelnamen aan de vorige peiling, ook voor de nieuwe peiling wordt uitgenodigd. Op die manier kunnen we scherp meten welke kiezersstromen plaatsvinden en welke redenen kiezers hebben om van partijvoorkeur te veranderen. Aan deze peiling namen 1.414 respondenten deel die ook deelnamen aan de peiling van begin september.

Weging en marges

De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=2.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 2,2 procent.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

afbeelding

Asher van der Schelde

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.