I&O-slotpeiling: VVD gaat met ruime voorsprong verkiezingen in
PVV, D66 en CDA strijden om tweede plaats
In de slotpeiling van I&O Research, die liep van maandagmiddag 15 tot dinsdagochtend 16 maart en waar 3.110 kiezers aan deelnamen, behoudt de VVD – ondanks het verlies van de afgelopen zes weken – haar ruime voorsprong. De VVD komt in deze peiling op 33 zetels en zou daarmee opnieuw de grootste partij van Nederland worden.
Bij peilingen (steekproefonderzoek) moet rekening worden gehouden met onnauwkeurigheidsmarges.
Voor de VVD (21,0%, marge 1,6%) zijn dat drie zetels, de VVD zou – op basis van deze peiling – dus tussen de 30 en 36 zetels kunnen halen.
De strijd om de tweede plaats gaat tussen PVV, D66 en CDA. PVV en D66 komen beide op 19 zetels, het CDA op 17 zetels. Rekening houdend met marges zijn deze drie partijen ongeveer even groot. Op afstand volgen GroenLinks (11 zetels), PvdA (11) en SP (10). Ten opzichte van 2017 een verlies voor GroenLinks en SP.
ChristenUnie zou er virtueel zes halen, de PvdD vijf. Ongeveer evenveel als in 2017. Ook FvD zou vijf zetels kunnen halen, een ruime verdubbeling ten opzichte van 2017. 50PLUS levert er daarentegen een aantal in, de partij komt op 1 virtuele zetel, maar dat zouden er ook nul of twee kunnen worden. Volt zou de Tweede Kamer binnenkomen met 4 zetels (3 tot 5 zetels), JA21 met 2 zetels (1 tot 3). Voor BIJ1 en de BoerBurgerBeweging is het nog spannend, deze partijen maken beide kans op één zetel, maar het zou ook net niet kunnen lukken.
Geen voorspelling
Afgezien van deze marges, moet deze peiling niet worden gelezen als een exacte voorspelling van de uitslag. Het onderzoek vond grotendeels plaats van maandagmiddag 15 maart op dinsdagochtend 16 maart. Kiezers zien o.a. nog debatten en peilinguitslagen, die hun stemvoorkeur nog kunnen beïnvloeden. Zie voor een analyse van de slotpeilingen van de afgelopen vier TK-verkiezingen ook dit artikel van Tom Louwerse, politicoloog aan de Universiteit van Leiden en maker van de Peilingwijzer:
“Slotpeilingen zijn informatief, maar let vooral op de grote lijnen”
Twee op drie kiezers nog niet helemaal zeker
Nog steeds hebben twee op drie kiezers (66%) hun keuze nog niet definitief gemaakt. Het overige derde deel (34%) heeft dat wel. Een klein deel (8%) heeft nog steeds helemaal geen idee, 58 procent twijfelt tussen twee of meer partijen.
Waardering Kaag, Marijnissen, Ouwehand en Azarkan gestegen
In de laatste week voor de verkiezingen (8 – 13 maart) hebben de lijsttrekkers Sigrid Kaag, Lilian Marijnissen en Esther Ouwehand en Farid Azarkan hun waarderingscijfer (verder) weten op te krikken. Nieuwkomer Laurens Dassen wordt met een 6,2 bijna net zo goed gewaardeerd als Mark Rutte. Uit onderzoek dat I&O Research uitvoerde in opdracht van de Volkskrant (van 5 tot 8 maart, publicatie 13 maart) bleek dat Ouwehand en in mindere mate Kaag al beter gewaardeerd werden dan begin februari. Toen kreeg Sigrid Kaag een 5,5, dat is nu een 6,1. In de zomer van 2020 lag dit rond de 6,5.
Esther Ouwehand scoort nu hoger dan we eerder hebben gemeten: in februari nog een 4,4, op 8 maart een 5,0 en nu een 5,5. Ook Farid Azarkan wordt nu beter gewaardeerd dan tevoren, met een 4,1. Nieuwkomer Laurens Dassen van Volt wordt met een 6,2 goed gewaardeerd, beter dan vorige week (was 5,7) en bijna net zo goed als Mark Rutte – al is hij ook de minst bekende lijstrekker (slechts 15% van de kiezers kent hem).
Mark Rutte krijgt een 6,3, net als een week geleden, waarmee hij nog steeds de best gewaardeerde lijsttrekker is. Hierbij wel de kanttekening dat de het veldwerk voor deze vraag uitgevoerd is vóór het EenVandaag Verkiezingsdebat van maandag 15 maart. Wopke Hoekstra weet het tij van dalende waarderingscijfers niet te keren en komt op een 5,7 uit (was een 5,8). Verder (licht) stijgende cijfers voor Lilian Marijnissen (van een 5,6 naar 5,9), Lilianne Ploumen (van 5,6 naar 5,8), Joost Eerdmans (4,2 naar 4,5) en Sylvana Simons (2,7 naar 3,0).
Verantwoording
I&O Research voerde dit landelijk representatieve onderzoek grotendeels uit van maandagmiddag 15 maart tot dinsdagmorgen 16 maart 2021 (n=2.452). Dit waren respondenten die ook al afgelopen weekend (12-15 maart) de vragenlijst invulden. Van de totale steekproef (3.110) deden er 658 niet afgelopen etmaal, maar wel vorig weekend mee. In totaal is deze peiling dus gebaseerd op een steekproef van 3.110 kiesgerechtigde Nederlanders van 18 jaar en ouder. Het grootste deel hiervan is afkomstig uit het I&O Research Panel en 252 respondenten vulden de vragenlijst via het panel van PanelClix. Dit waren voornamelijk NW-migranten.
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2017. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=3.110 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 1,7 procent.
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur
Milan Driessen
Onderzoeker