I&O-slotpeiling: PVV, GroenLinks-PvdA en VVD op gelijke hoogte
In de I&O-slotpeiling van 21 november zien we nog steeds dat PVV, GroenLinks-PvdA en VVD aan de leiding gaan. De partijen zijn statistisch niet van elkaar te onderscheiden. NSC volgt op gepaste afstand met 21 zetels. Er vinden geen significante wijzigingen plaats ten opzichte van gisteren.
Bij de grote vier partijen geldt een foutmarge van drie zetels. Dit betekent dat de PVV op het moment van meten (maandagavond 7 uur tot en met dinsdagochtend 9 uur) goed was voor 25 tot 31 zetels. Bij D66, BBB, SP, Partij voor de Dieren, FvD en CDA is de foutmarge twee zetels. Bij de kleinste partijen is sprake van een foutmarge van een zetel.
Deze peiling betreft een update van de peiling van gisteren. Klik hier voor dat rapport.
Peiling is geen voorspelling
Afgezien van deze marges, moet deze slotpeiling niet worden gelezen als een voorspelling van de uitslag. Dit onderzoek vond plaats van maandagavond 20 november 19.15 uur (na het EenVandaag-debat) tot dinsdagochtend 21 november 9 uur. Alle deelnemers van de vorige peiling (gepubliceerd op 21 november) werden opnieuw uitgenodigd voor deze peiling. Als zij niet reageerden op de nieuwe vragenlijst bleef hun oude stemkeuze staan. Twee op drie reageerden wel (n = 1.641). Hun meest recente stemvoorkeur is opgenomen in deze analyse.
Op 21 november had 63 procent zijn keuze nog niet definitief bepaald. Kiezers zien o.a. nog debatten en peilinguitslagen, vullen nog stemhulpen in, kijken naar talkshows, etc. Dat alles kan hun stemvoorkeur nog beïnvloeden.
Zie voor een analyse van de slotpeilingen van de afgelopen vier Tweede Kamerverkiezingen ook dit artikel van Tom Louwerse, politicoloog aan de Universiteit van Leiden en maker van de Peilingwijzer:
“Slotpeilingen zijn informatief, maar let vooral op de grote lijnen”
Electorale ontwikkelingen
In onderstaande figuur worden de electorale ontwikkelingen sinds maart 2021 laten zien. Duidelijk te zien is hoe de PVV sinds het eind van de zomer aan een opmars bezig is.
Vier grote partijen hebben potentie van kwart van de kiezers
Onderstaande figuur illustreert dat alle vier de grote partijen nog altijd een totale potentie hebben van een kwart van de kiezers. VVD heeft de meeste zekere kiezers. Negen procent van alle kiezers wil stemmen op VVD en overweegt geen andere partijen meer. Bij NSC is dit duidelijk minder (4%). Onzekere kiezers zijn kiezers die een voorkeur hebben voor een partij maar ook andere partijen overwegen. NSC heeft veel mogelijke kiezers. Elf procent van het electoraat heeft immers een voorkeur voor een andere partij maar overweegt NSC ook nog.
Wilders overtuigt bij EenVandaag-debat
Kijkers van het verkiezingsdebat van EenVandaag vonden Wilders het vaakst de meest overtuigende lijsttrekker (39%). Hij wordt gevolgd door Jetten, door een op vier als beste aangewezen, en Pieter Omtzigt, favoriet bij een op vijf. Yesilgöz en Timmermans worden door kijkers in ongeveer gelijke mate gewaardeerd, Van der Plas vond slechts 8 procent het meest overtuigend.
Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek vond plaats van maandagavond 20 november tot en met dinsdagochtend 21 november. In totaal werkten 2.473 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De steekproef is grotendeels getrokken in het I&O Research Panel. 112 respondenten met een niet-westerse achtergrond deden mee via Panelclix.
Alle deelnemers van de vorige peiling (gepubliceerd op 20 november bij Khalid en Sophie) werden opnieuw uitgenodigd voor deze peiling. Als zij niet reageerden op de nieuwe vragenlijst bleef hun oude stemkeuze staan.
Rolling panel
In de politieke peilingen in aanloop naar de verkiezingen maken we gebruik van een zogeheten rolling panel. Dit houdt in dat een deel van de respondenten die deelnamen aan de vorige peiling, ook voor de nieuwe peiling wordt uitgenodigd. Op die manier kunnen we scherp meten welke kiezersstromen plaatsvinden en welke redenen kiezers hebben om van partijvoorkeur te veranderen.
Weging en marges
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=2.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 2,2 procent.
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur
Asher van der Schelde
Onderzoeker