Gemeenten worstelen met rol in energietransitie

De energietransitie is een van de grootste maatschappelijke uitdagingen van onze tijd. Het waarmaken van de klimaatdoelen heeft grote gevolgen voor de wijze waarop we produceren, reizen en onze huizen verwarmen. Met name waar het gaat om de warmtetransitie staan gemeenten voor de opgave om in 2050 of al in 2040 volledig aardgasvrij te zijn. De doelen van de energietransitie zijn over het algemeen wel duidelijk, maar dat geldt niet voor de weg ernaar toe. Om die reden heeft de Rekenkamer van Hilversum onderzoek laten doen naar de wijze waarop de gemeente inwoners kan betrekken bij de energie- en warmtetransitie.
15 maart 2021 | Jaap Bouwmeester & Lisette van Noort | #burgemeester #duurzaamheid #energie #gemeenten

De energietransitie houdt in dat afscheid wordt genomen van oude systemen en structuren, terwijl gezocht wordt naar duurzame alternatieven. Dat vergt flexibiliteit en aanpassingsvermogen, andere verhoudingen en nieuwe rollen van alle partijen. Veel is nog onduidelijk. Welke rol kan de gemeente hierin spelen, wat kan verwacht worden van andere belangrijke spelers en hoe betrek je de inwoners bij deze transitie?

Deze dilemma’s waren voor de Rekenkamer van Hilversum aanleiding een onderzoek te laten uitvoeren naar de wijze waarop het gemeentebestuur invulling geeft aan de energie- en warmtetransitie. De uitkomsten van dit onderzoek, dat is uitgevoerd door I&O Research, zijn op 10 maart besproken door de Hilversumse gemeenteraad. Een belangrijk thema binnen het onderzoek was hoe je inwoners in beweging kunt krijgen en hoe al actieve groepen bewoners het beste zijn te ondersteunen. Uit het onderzoek komen leerpunten naar voren die ook voor andere gemeenten van belang kunnen zijn, mede met het oog op de Transitievisie Warmte die iedere gemeente in 2021 moet opstellen.

Bij het zoeken naar de eigen rol kijkt men naar elkaar

Al vanaf de start van het programma Duurzaam Hilversum 2016-2020 zoekt de gemeente Hilversum naar de eigen rol in de energie- en warmtetransitie richting inwoners, woningcorporaties, energiecoöperaties, de netbeheerder en andere stakeholders. Datzelfde geldt voor die partijen zelf. Ook zij zijn bezig met een zoektocht naar hun rol in dit complexe speelveld. De ontwikkelingen volgen elkaar snel op en het landelijke beleid is tussentijds aangescherpt en bijgesteld, bijvoorbeeld met het Klimaatakkoord en Regionale Energie Strategie (RES). Voor de gemeente is het de grote vraag waarover zij wel en waarover zij niet gaat, zeker omdat een groot deel van de opgave zich afspeelt achter de voordeur van inwoners. Alle bij de energietransitie betrokken partijen lijken op elkaar te wachten. Verder blijken inwoners de weg naar de gemeente nog maar mondjesmaat te vinden. Wanneer zij zelf initiatieven willen ondernemen, kijken zij eerst naar andere partijen voor ondersteuning of voeren hun initiatief zelfstandig uit. Voor zover inwoners wel iets van de gemeente verwachten, richten zij zich name op het aanvragen van een financiële bijdrage, die de gemeente door de beperkte budgetten niet kan bieden.

Voor behalen van doelen is meer nodig dan op dit moment kan worden geboden

De gemeente beperkt zich vooralsnog tot het faciliteren en ondersteunen van bewonersinitiatieven die aan de gang willen met de overgang naar duurzame energiebronnen. Er zijn hiermee wel degelijk successen geboekt: zo heeft in de Hilversumse Meent een bewonersinitiatief met hulp van de gemeente geleid tot deelname aan de Proeftuinen Aardgasvrij Wijken en verder zijn op initiatief van inwoners twee energiecoöperaties opgezet. De bestaande bewonersinitiatieven zijn echter slechts in beperkte mate te beschouwen als representatief voor alle Hilversummers. Het betreft kleine groepen enthousiaste inwoners, terwijl het overgrote deel afwachtend kijkt naar acties en vooral financiële steun vanuit de gemeente, zo blijkt uit onze inwonersenquête. Al met al is dit spoor waarbij de gemeente is aangewezen op initiatieven vanuit de bevolking te gering in omvang om perspectief te bieden voor het daadwerkelijk behalen van de – ambitieuze – doelstelling om in 2040 aardgasvrij te zijn. De gemeente Hilversum heeft weinig mogelijkheden hierop in te springen en het proces te versnellen door gebrek aan ambtelijke capaciteit en financiële middelen. Dit betekent dat de rol van gemeente zich vooralsnog richt op het verbinden van de verschillende initiatieven.

Onduidelijkheid over rollen belemmert samenwerking

De gemeente Hilversum erkent dat de meest passende rol nog niet is gevonden en dat deze per situatie en per fase kan verschillen. Mede door de onduidelijkheid over de juiste rol blijkt de samenwerking met de twee energiecoöperaties wat stroef te verlopen. Zowel de gemeente als de twee energiecoöperaties HilverZon en HET ervaren deze als onbevredigend. De energiecoöperaties hebben in de afgelopen jaren een ontwikkeling doorgemaakt van bewonersinitiatief tot een meer professionele organisatie, terwijl er ook nog sprake is van een subsidierelatie tussen gemeente en de coöperaties. Dit heeft geleid tot onduidelijkheid in de onderlinge verhouding en maakt het voor de gemeente lastig de coöperaties op een geëigende wijze aan te spreken. De gemeente wil enerzijds initiatieven ondersteunen en stimuleren, maar tegelijkertijd als subsidiegever ook controle hebben op de besteding van subsidiegelden en zicht houden op de gerealiseerde resultaten. De stroeve samenwerking is misschien wel exemplarisch voor de zoektocht van de gemeente naar haar eigen rol en geeft tegelijkertijd de uitdaging weer als het gaat om de samenwerking met bewonersinitiatieven.

De gemeenteraad wil duidelijke sturingsinformatie

Ten slotte is er nog de rol die de gemeenteraad kan spelen. De raad krijgt veel informatie over het duurzaamheidsbeleid en de warmte- en energietransitie, maar kan deze niet altijd op waarde schatten. Door de overvloed aan informatie ziet zij soms door de bomen het bos niet meer. Er is een sterke behoefte aan duiding van al deze informatie, zodat de raad beter zicht krijgt op de vraag of en op welke wijze de gestelde doelen worden gehaald en welke middelen daarvoor nodig zijn.

Aanbevelingen en vervolg

Het onderzoek heeft geleid tot de formulering van acht aanbevelingen voor het college van burgemeester en wethouders en twee voor de gemeenteraad. Deze hebben betrekking op drie hoofdpunten:

  • Zoek naar manieren om inwoners beter bij het onderwerp te betrekken;
  • Werk aan het verder professionaliseren van de samenwerking met energiecoöperaties;
  • Verbeter de sturing op het einddoel door plannen, activiteiten en resultaten verder te concretiseren. Een belangrijk moment hiervoor is de vaststelling van de Transitievisie Warmte door de gemeenteraad in het vierde kwartaal van 2021.

De behandeling van het rekenkamerrapport door de Hilversumse raad leidde tot een levendig en constructief debat. Alle acht aanbevelingen zijn door het college herkend en overgenomen. Ook de twee aan de raad geadresseerde aanbevelingen gericht op het verbeteren van de eigen informatiepositie zijn tijdens de behandeling in de raadscommissie omarmd.

Onderzoeksverantwoording

Het onderzoek is uitgevoerd van december 2019 tot en met augustus 2020 en bestond uit:

  • Analyse van beleidsdocumenten, voortgangsrapportages en raadsinformatie;
  • Interviews met de ambtelijke organisatie, samenwerkingspartners en bewonersinitiatieven;
  • Enquête in het Hilversumse inwonerspanel en telefonische interviews met inwoners;
  • Groepsdiscussies met gemeenteraad en kindergemeenteraad;
  • Interview met de portefeuillehouder;
  • Ambtelijk en bestuurlijk wederhoor.

Filmpje over conclusies rapport

De volledige rapportages

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Jaap Bouwmeester

Senior onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.