Gemeenten worstelen met monitoring

Uit onderzoek van I&O Research onder gemeenteambtenaren in opdracht van Binnenlands Bestuur blijkt dat gemeenten het beleid op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet en de Participatiewet veelal (op verschillende manieren en voor verschillende doeleinden) monitoren.
21 november 2019 | #congres

Uit onderzoek van I&O Research onder gemeenteambtenaren in opdracht van Binnenlands Bestuur blijkt dat gemeenten het beleid op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet en de Participatiewet veelal (op verschillende manieren en voor verschillende doeleinden) monitoren. Dergelijke monitoring levert niet altijd voldoende (sturings)informatie op, met name bij de Jeugdwet is dit het geval. I&O-onderzoeker Lisa Nannes in Binnenlands Bestuur: “Het is duidelijk dat gemeenten worstelen met monitoring. Ze zijn volop bezig met meten, maar zijn vaak afhankelijk van derden, zoals huisartsen of zorgverleners. Ze krijgen pas heel laat gegevens, waardoor ze vervolgens niet meer zo veel kunnen doen. Ze kunnen niet kort op de bal zitten. Vooral bij de jeugdzorg houdt het zicht op zodra de jongere in behandeling van een jeugdzorgaanbieder is.”

Op verschillende manieren monitoren
De meeste gemeenten waar de ambtenaren sociaal domein werken, monitoren het Wmo-, Jeugdwet- of Participatiewetbeleid. Zij doen dit op verschillende manieren; denk aan cliëntervaringsonderzoek, het monitoren van cliëntaantallen of het gesprek aangaan met zorggebruikers. Doeleinden van een monitor lopen uiteen; het informeren van de gemeenteraad of het college, monitoren of de uitgangspunten van beleid zijn gerealiseerd of het bijstellen van het beleid zijn veelvoorkomend.

Knelpunten (sturings)informatie
Hoewel de meerderheid van de ambtenaren in het sociaal domein zicht heeft op de realisatie van de ambities van de gemeente, levert de monitoring niet altijd voldoende (sturings)informatie op, met name bij de Jeugdwet. Zij lopen tegen een aantal dingen aan. Voor sommige resultaten zijn gemeenten aangewezen op externe organisaties: “We zijn afhankelijk van zorgaanbieders. De informatie is vaak niet up-to-date en juist.” Daarnaast hebben sommige gemeenten meer tijd nodig om de monitoring goed in te richten. Er is gebrek aan capaciteit, expertise en/of systemen zijn niet op orde. Ook zoeken gemeenten naar verklarende factoren: “We hebben goed zicht op de ontwikkelingen, maar nog onvoldoende op de achterliggende/verklarende factoren om te kunnen ingrijpen op de juiste dingen.”

Beter onderbouwde beslissingen
“Te weinig kennis van wat moet worden gemonitord, te weinig ervaring met onderzoek en statistiek”, stelt één van de ambtenaren. Herkent u zich in deze knelpunten bij (bijvoorbeeld) het monitoren van beleid? I&O Research helpt bij het nemen van beter onderbouwde beslissingen. Wij ontzorgen u volledig met goed onderzoek en het geven van advies.

I&O Research voerde dit onderzoek uit in opdracht van Binnenlands Bestuur. Deze peiling is gehouden met het oog op het congres Sociaal Domein 2019 van Binnenlands Bestuur, 21 november 2019. Aan het onderzoek hebben 516 ambtenaren en wethouders meegewerkt. Daarnaast vulden 1980 burgers de vragenlijst via het I&O Research Panel in. Het onderzoek is tussen half en eind oktober uitgevoerd.

Lees op de site van Binnenlands Bestuur meer over dit onderzoek.

Klik hier voor de uitkomsten van eerder onderzoek naar decentralisaties in het sociaal domein.

ABB peiling 19


Download het complete rapport als PDF document

Vul uw gegevens in en we sturen het rapport naar uw email. Met het opvragen van het rapport gaat u akkoord met de voorwaarde dat I&O Research het recht heeft om u eenmalig te benaderen met relevante informatie en/of aanbiedingen. Lees hier onze privacyverklaring.

Hidden
Verborgen veld dynamisch in te vullen door javascript voor publicatie
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.