Gemeenten waarderen eigen uitvoering coronasteunpakketten met een voldoende

De uitvoering van de Tozo krijgt van gemeenten een 6,8 en de uitvoering van de TONK een 6,1. Gemeenten zijn trots op wat is neergezet en prijzen de flexibiliteit van de eigen organisaties.
16 oktober 2023 | Rachel Beerepoot & Leon Heuzels

Nederlandse gemeenten kregen tijdens de coronacrisis de opdracht van het kabinet om twee coronasteunpakketten uit te voeren voor inwoners die door de crisis in financieel zwaar weer terecht waren gekomen (Tozo & TONK). Terugkijkend op deze roerige periode waarderen zij de uitvoering van deze pakketten met een voldoende. De uitvoering van de Tozo krijgt van gemeenten een 6,8 en de uitvoering van de TONK een 6,1. Gemeenten zijn trots op wat is neergezet en prijzen de flexibiliteit van de eigen organisaties, wel vrezen zij dat de afhandeling van verstrekte voorschotten en leningen nog jaren werk op zal leveren. Ook zijn er twijfels over de toegevoegde waarde van de TONK.

Nadat Nederland in maart 2020 werd overvallen door het coronavirus, besloot het kabinet een aantal noodmaatregelen te treffen om bedrijven, (zelfstandig) ondernemers en andere werkenden met een fors inkomensverlies te ondersteunen. Twee van deze steunmaatregelen werden uitgevoerd door gemeenten.

  • Voor zelfstandig ondernemers werd de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (Tozo) ontwikkeld op basis van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Deze regeling werd ingevoerd in maart 2020 en liep tot en met september 2021.
  • Daarnaast was er, voor iedereen die door corona inkomensverlies leed en in de knel kwam met de vaste lasten, de TONK (Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten). Deze regeling liep in 2021.

I&O Research voerde in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzoek uit om het gemeentelijke perspectief op de uitvoering van deze regelingen in kaart te brengen. Dit als onderdeel van een bredere evaluatie van de Tozo- en TONK-regelingen.

Onduidelijke start Tozo

De Tozo werd op 17 maart 2020 aangekondigd in een live persconferentie. Daarin werden gemeenten door de toenmalige staatssecretaris van SZW opgeroepen noodlijdende ondernemers snel en ruimhartige steun toe te kennen. Na deze aankondiging in de persconferentie waren er grofweg twee aanvliegroutes die Nederlandse gemeenten hebben ingezet.

  • Vier op de tien gemeenten gingen direct van start met de dienstverlening. De meest genoemde redenen zijn omdat zij al beschikten over gedigitaliseerde dienstverlening, omdat ze zelf intrinsiek gemotiveerd waren of omdat er lokaal stevige politieke druk werd uitgeoefend.
  • Andere gemeenten (ca. 60%) namen een meer afwachtende houding aan en richtten zich aanvankelijk vooral op het inrichten van een projectorganisatie voor (digitaal) aanmelden en afwegen van aanvragen, en het verstrekken van informatie.

Gemeenten geven aan dat er aanvankelijk nog veel onduidelijk was over de invulling van de Tozo. De plotse aankondiging ervan en het publieke verzoek van de staatssecretaris aan gemeenten om snel en ruimhartig steun toe te kennen, zorgde voor een stormloop op de gemeentelijke communicatiekanalen. In de grotere gemeenten ging het hierbij al snel om duizenden tot tienduizenden mails per gemeente. Halsoverkop moesten gemeenten belteams en andere contactmogelijkheden opzetten, terwijl zij zelf vaak nog niet op de hoogte waren van de exacte invulling van de regeling.

Trots op flexibiliteit en daadkracht gemeentelijke organisatie

Met de aanwezige expertise is het gemeenten en samenwerkingsverbanden wel gelukt om in relatief korte tijd een projectorganisatie op te zetten. Gemeenten kijken met trots terug op het feit dat zij bij de uitrol flexibeler en daadkrachtiger bleken dan dat medewerkers vooraf hadden gedacht. Er bleek onder (lokale) bestuurders en management ook veel draagvlak te zijn voor een goede uitvoering, wat de organisaties slagkracht gaf. Daarbij zijn gemeenten goed ondersteund met de toolkit Tozo van Divosa, Stimulansz, de VNG en het ministerie van SZW. Deze werd door nagenoeg alle gemeenten gewaardeerd om de praktische insteek en bruikbaarheid

Geen signalen van misbruik

We vroegen gemeenten een inschatting te maken van misbruik en/of oneigenlijk gebruik van de regelingen. Hoewel 41 procent van de gemeenten meldt dat er sprake was een vorm van oneigenlijk gebruik ten tijde van Tozo 1, schatten gemeenten in dat het hier in veruit de meeste gevallen om onbewuste fouten van aanvragers ging. Van misbruik is volgens gemeenten dus amper tot niet sprake geweest. Gemeenten lijken er uiteindelijk ook in geslaagd – zo blijkt uit de interviews – om het oneigenlijk gebruik in kaart te krijgen en herstelacties uit te voeren waar nodig, bijvoorbeeld door zelfstandigen uit te leggen wat er mis was met hun aanvraag en de juiste informatie op te vragen.

Beoordeling Tozo: 6,8

Gemeenten beoordelen de uitrol, uitvoering en uitfasering met een 6,8. Een meerderheid van de gemeenten (60%) geeft een voldoende (6 of 7). Een kwart (27%) geeft een 8 of hoger. De rest (13%) geeft een onvoldoende. Over het algemeen lijken – beoordeeld door gemeenten – ondernemers zich relatief goed te redden na de Tozo-periode. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het beperkte aantal aanvullende acties dat nodig is voor terugvorderingen. Er lijkt niet één specifieke doelgroep Tozo-ontvangers te zijn die het moeilijker hebben dan anderen. Vooral ondernemers die al voor de coronacrisis moeite hadden met rondkomen, hebben nu ook moeite met terugbetalen.

Gemeenten kritisch op verantwoording Tozo

Van alle gemeenten loopt ongeveer de helft aan tegen knelpunten in de uitfasering. Deze hebben vooral betrekking op het werk dat nog in de uitfasering moet gebeuren en met de verantwoording over de afgelopen jaren.

  • Terugvorderingen kosten veel tijd;
    • De zwaarte van de verantwoording strookt niet met de snelheid en de geest van ‘ruimhartig toekennen’ bij de Tozo zoals deze geïntroduceerd is. Met name gemeenten die niet vanaf het begin van de Tozo-periode de interne accountant of financiële afdeling betrokken bij het project, ondervonden last van de in hun ogen te zware verantwoording;
  • De relatief lichte toetsing aan de voorkant zorgde voor enige herstelacties;
  • Er is een (kleine) groep ondernemers die met de terugbetaalverplichtingen worstelt, met name ondernemers die al voor de coronacrisis leefden van een minimaal inkomen. Dit zal in de komende jaren nog uitvoeringscapaciteit vragen.

TONK werd minder gebruikt dan verwacht

De TONK werd geïntroduceerd in januari 2021. Het gebruik van de TONK viel uiteindelijk tegen. Gemeenten maakten een inschatting van het aantal op basis van het budget beschikbaar gesteld door het Rijk en het aantal Tozo-aanvragen dat zij kregen. Bijna negen op de tien gemeenten (88%) zeggen dat er veel minder aanvragen zijn geweest dan vooraf verwacht werd, slechts 7 procent zegt dat het aantal aanvragen overeenkwam met de verwachting. Redenen waarom het bereik van de TONK volgens gemeenten achterbleef:

  • Timing: bij de introductie van de TONK was er al meer duidelijkheid over de economische en financiële gevolgen van de coronacrisis dan bij de aankondiging van de Tozo.
  • Angst om terug te betalen: gemeenten hadden het gevoel dat er onder inwoners een angst bestond dat het ontvangen bedrag van de TONK later alsnog terugbetaald zou moeten worden. Dit weerhield hen ervan om een aanvraag te doen;
  • TONK was onbekend en werd als onduidelijkheid ervaren door inwoners: sommige inwoners waren volgens de gemeenten in de veronderstelling dat de TONK enkel voor ondernemers bedoeld zou zijn;
  • Niet afhankelijk willen zijn van overheidsondersteuning: schaamte en/of niet afhankelijk willen zijn van de overheid speelde bij een deel van de potentiële aanvragers een rol;
  • Ondersteuning werd als beperkt ervaren: uit toelichtingen blijkt dat sommige gemeenten signalen opvingen dat de TONK als een ‘magere’ ondersteuning werd gezien.

Gemeenten kijken met gemengde gevoelens terug op de TONK

Hoewel het een klein aantal inwoners zal hebben geholpen, zijn er vragen over de timing van de TONK en de inrichting ervan. Wanneer dit breder getrokken wordt, zijn er in het verlengde daarvan twijfels over de doelmatigheid en toegevoegde waarde van de TONK. Het gemiddelde rapportcijfer van gemeenten voor de TONK is een 6,1. Een op de vijf (21%) geeft een onvoldoende, 72 procent een voldoende (6 of 7) en de rest (7%) een 8 of 9. De meeste gemeenten lijken (achteraf bezien) de TONK niet als een groot succes te bestempelen.

Verantwoording

Dit onderzoek is in drie fasen uitgevoerd, te weten:
1. Een voorbereidende fase waarin 8 interviews zijn uitgevoerd voor het opstellen van een vragenlijst voor gemeenten, welke getest is onder 6 gemeenten en samenwerkingsverbanden;
2. Een kwantitatieve fase waarin twee online vragenlijsten zijn uitgezet (één voor de Tozo en één voor de TONK) onder Nederlandse gemeenten en samenwerkingsverbanden. De vragenlijsten zijn via de mail naar contactpersonen gestuurd, de contactgegevens zijn verzameld door deskresearch, nabellen en door contactgegevens op te vragen bij VNG, Divosa, het ministerie van SZW en bij landelijke overleggen;

Tabel 1 Respons vragenlijst Tozo

Tabel 2 Respons vragenlijst TONK

3. Een kwalitatieve verdieping waarin 13 interviews zijn gehouden ter verdieping en ter illustratie op de gevonden resultaten in de vragenlijst.

Wilt u meer lezen over dit onderzoek? Het rapport kunt u hier vinden.

Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met:

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Rachel Beerepoot

Senior onderzoeksadviseur

afbeelding

Leon Heuzels

Onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.