Gebiedskompassen geven inzicht in buurten gemeente Eemsdelta
Sinds 2017 werkt de voormalige gemeente Delfzijl gebiedsgericht en ook de nieuwe gemeente Eemsdelta heeft het gebiedsgericht werken als haar werkwijze omarmd. Gebiedskompassen maken onderdeel uit van deze werkwijze. Een gebiedskompas is een soort taartdiagram waarmee in één oogopslag de stand van zaken van een dorp of buurt duidelijk is. Voor kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren in een gebied wordt berekend of deze gelijk, beneden of boven het gemiddelde van de gemeente scoren. Dit bepaalt de kleur die een indicator krijgt in het kompas. Op deze manier legt de gemeente aan de hand van data problemen in buurten bloot. Daar wordt vervolgens beleid op geformuleerd. Met het bouwen van nieuwe kompassen, een aantal jaar later, kan de gemeente vervolgens toetsen of het beleid effectief was.
Dit jaar voert I&O Research samen met KAW de inwonersenquête uit voor gemeente Eemsdelta. De verzamelde data worden door de gemeente Eemsdelta ingezet om nieuwe gebiedskompassen te bouwen.
Deze gebiedskompassen zullen gaan bestaan uit ruim zestig indicatoren, waaronder indicatoren op het gebied van werk en inkomen, voorzieningenniveau, veiligheid, sociale cohesie, zorg, wonen en aardbevingsproblematiek. Hierop is de vragenlijst voor inwoners van de gemeente deels gebaseerd. Een ander deel van de benodigde gegevens is kwantitatief en wordt verzameld uit diverse statistische bronnen en basisregistraties.
Er is in de voorbereiding, naast uitgebreide aandacht voor de vragenlijst, ook veel aandacht besteed aan de steekproeftrekking. De gemeente Eemsdelta telt ruim 21.000 huishoudens in 18 woonwijken, waaruit met behulp van een gestratificeerde steekproef 15.000 inwoners zijn getrokken. Zij ontvangen een uitnodiging voor deelname aan de enquête. Deelnemen kan via een online of schriftelijke vragenlijst. Op die manier wordt ervoor gezorgd dat zoveel mogelijk mensen kunnen deelnemen aan het onderzoek. Een samenvatting van de resultaten zal de gemeente Eemsdelta in het voorjaar van 2022 publiceren.
Anne van Bebber
Onderzoeker
Gerben Huijgen
Algemeen directeur