Een op tien vrouwelijke studenten tijdens studietijd zonder instemming gepenetreerd

Een op de tien vrouwelijke studenten (11%) maakt tijdens de studietijd een seksuele penetratie mee zonder hun instemming.
09 juni 2021 | Milan Driessen | #agressie #jongeren #onderwijs #seksueel geweld #zorg

Dit blijkt uit een landelijk representatief onderzoek onder 1.059 studenten in het hoger onderwijs dat I&O Research uitvoerde in opdracht van Amnesty International. Het onderzoek vond plaats van maandag 10 tot maandag 17 mei 2021.

In dit onderzoek gebruiken we onder andere de term “seksuele penetratie”: het binnengaan van een lichaam (vaginaal, anaal of oraal) met een lichaamsdeel (zoals een vinger of penis) of voorwerp.

Onder “seksuele handelingen” vallen het aanraken, zoenen of betasten waarbij geen penetratie plaatsvond. Ook pogingen tot seksuele handelingen of tot seksuele penetratie vallen hieronder.

Eén op de tien vrouwelijke studenten maakt tijdens studietijd seksuele penetratie zonder instemming mee

Elf procent van alle studenten maakte ooit seksuele penetratie mee waar ze niet mee instemden – dit overkwam met name vrouwelijke studenten (18%; mannen, 3%). Bij 11 procent van de vrouwelijke studenten gebeurde dit tijdens hun studententijd.
Een op de vijf studenten heeft tijdens de studententijd seksuele handelingen meegemaakt, zonder dat diegene daarmee had ingestemd (vrouwen, 31%; mannen, 11%).

De meeste studenten die met seksueel penetratie zonder instemming te maken kregen in hun studententijd, werden daar niet met fysiek geweld toe gedwongen – al was dat bij 10 procent wel degelijk het geval.
Meestal is er sprake van aandringen (67%), negeren of doorgaan zonder te checken (72%), of dat de ander negeert wat er wordt aangegeven – verbaal of non-verbaal (64%). Ook gebeurt het dat de ander doorging terwijl diegene niet meer reageerde of bevroor (63%).

Bij een kwart van de studenten (28%) vond deze penetratie plaats nadat de ander misbruik maakte van hun alcohol- of drugsgebruik. Bij acht procent van de studenten was sprake van drogeren voordat de penetratie plaatsvond.

Meestal door partner of door een bekende

Studenten die een penetratie zonder hun instemming meemaken gebeurt dit meestal door iemand die ze kennen. Meestal door iemand die ze al langer kennen, zoals een partner (34%), iemand waarmee ze eerder seks hadden (19%) of een goede vriend(in) en soms door iemand die ze net hebben ontmoet (op een feestje, 26%; op een date, 21%).
Bij elf procent van de studenten die tijdens hun studententijd penetratie zonder instemming meemaakten, gebeurde dit door een onbekende.

Vier op de tien vertellen het aan niemand

Vier op tien (38%) studenten die tijdens hun studententijd slachtoffer waren van seksuele penetratie zonder instemming, deelden dit met niemand. Zes op de tien (61%) spraken er met iemand anders over. Meer dan de helft van de slachtoffers vertelde het aan een goede vriend of vriendin (59%), maar soms ook aan een partner (15%) of aan een hulpverlener van buiten de onderwijsinstelling (17%).
Een enkeling vertelde dit ook aan een vertrouwenspersoon op de hogeschool of universiteit (2%) of aan een docent (2%).

Bij 14 procent van de slachtoffers gaan studieresultaten achteruit

Driekwart van de studenten die een penetratie zonder instemming meemaakten tijdens hun studietijd hebben daar later ook last van: het meest genoemd zijn psychische (52%), seksuele (44%) en relatieproblemen (37%).
Bij 14 procent gingen de studieresultaten achteruit en sommigen konden een tijdje niet meer studeren of werken (6%). Bij enkelen leidde het zelfs tot het afbreken van de studie of het wisselen van opleiding.

Seksuele penetratie zonder instemming lang niet altijd beschouwd als verkrachting

Studenten die seksuele penetratie meemaken zonder daarmee in te stemmen beschouwen dit zelf in 60 procent van de gevallen niet als verkrachting. Gevraagd waarom ze dat zo vinden, geven diegenen vaak aan dat:

  • het niet strookt met het beeld van verkrachting en het niet ernstig genoeg was;
  • het gebeurde binnen een relatie of met iemand van wie ze toen hielden;
  • ze zich ook medeverantwoordelijk voelen voor wat er gebeurd is en vinden dat ze niet duidelijk genoeg aangaven dat ze het niet wilden.

“Het ging niet zoals ik me voorstelde dat verkrachting zou gaan en ik had het gevoel dat ik niet genoeg had laten blijken dat ik het niet wou. Ik heb later gedacht dat het toch verkrachting was, maar ik vind het nog steeds moeilijk om het te labelen”

“Nu achteraf zie ik het wel verkrachting. Ik voelde me vooral heel lang verantwoordelijk dat ik mezelf in zo’n situatie plaatste”

“Het was een jongen die ik via via kende. En eerst wilde ik het niet maar doordat ik gedronken had en hij stopte niet met zeuren heb ik toch soort van toegestemd. Bij verkrachting denk ik meer aan echt dwang en iemand die je misschien niet kent die geweld gebruikt.”

Wat weten en vinden studenten?

Studenten zijn onbekend met procedure onderwijsinstelling na melding van verkrachting

Een meerderheid van alle studenten weet helemaal niet waar ze melding kunnen maken van een verkrachting (64%) of waar ze hulp kunnen krijgen op hun hogeschool of universiteit (61%). Slechts een fractie zegt dat precies te weten (ca. 5%). Het is voor een even groot deel ook niet duidelijk waar op hun hogeschool of universiteit ze meer informatie kunnen vinden over wat te doen bij een verkrachting (65%).
Slechts een enkeling weet precies wat de procedure is van de hogeschool of universiteit wanneer iemand melding maakt van verkrachting: liefst 94 procent weet dit niet.

Negen op tien: bij onduidelijkheid moet er gecheckt worden of de ander penetratie wil

Het niet duidelijk genoeg “nee” zeggen of het niet duidelijk genoeg aangeven dat je (toch) geen penetratie wilt, is voor studenten die tijdens hun studietijd een seksuele penetratie zonder instemming meemaken relatief vaak een argument om het gebeurde niet als verkrachting te beschouwen (zie hierboven).
De meeste studenten vinden daarentegen dat als niet duidelijk is of iemand seksuele penetratie wil, de ander dat altijd moet checken (91%) en de overgrote meerderheid (80%) vindt seksuele penetratie zonder wederzijdse instemming onder elke omstandigheid verkrachting.
Een kleine meerderheid (54%) vindt dat er duidelijk “nee” gezegd moet worden als één van beiden geen seksuele penetratie wil.

Een op drie: als je sexy gekleed bent is het risico groter verkracht te worden

Drie op de tien zeggen dat als iemand sexy gekleed gaat, diegene meer risico loopt verkracht te worden. Volgens 15 procent loopt een vrouw meer risico verkracht te worden als ze met veel verschillende mensen seks heeft en volgens 10 procent geldt dat ook voor een man die met veel verschillende mensen seks heeft.

Elders in het onderzoek gaven velen echter aan hiermee niet te bedoelen dat het de schuld van het slachtoffer is, maar dat ze verwachten dat het risico groter is bij mensen die sexy gekleed gaan of met veel verschillende mensen seks hebben.

Al met al zijn studenten het per saldo oneens met onderstaande stellingen over verkrachtingsmythes, afkomstig uit de Illinois Rape Myth Acceptance Scale. Opvallend is echter wel dat – ook al is men het er niet mee eens – veel slachtoffers van seksueel penetratie zonder instemming zich toch medeverantwoordelijk voelen als ze dronken zijn of met iemand mee zijn gegaan. 

Meeste studenten wel bekend met freezing

Freezing – of: bevriezing – is een psychologische en fysieke reactie, waarbij het slachtoffer zich niet meer kan bewegen en dus geen verzet kan plegen. Dit komt voor bij ongeveer 70 procent van de verkrachtingen[1].
Ruim drie kwart geeft aan dit te kennen: 53 procent weet precies wat het is en nog eens 25 procent heeft er van gehoord maar weet het niet precies.
Mannen zijn er minder vaak mee bekend dan vrouwen: 29 procent van de mannen heeft er nog nooit van gehoord, bij de vrouwelijke studenten is dit 15 procent.


[1] Tonic immobility during sexual assault: a common reaction predicting post-traumatic stress disorder and severe depression A. Möller, H.P. Söndergaard, L. Helström, Acta Obstetricia et Gynecological Scandinavica, 96, 932-938, 2017. doi: 10.1111/aogs.13174.

Verantwoording

I&O Research voerde dit landelijk representatieve onderzoek uit onder 1.059 studenten (hbo/wo). Het grootste deel van de deelnemers (962) is afkomstig uit het I&O Research Panel. Hiervoor zijn 2.127 studenten aangeschreven en is een netto respons behaald van 45,2 procent. Daarnaast vulden 97 mensen de vragenlijst in via het panel van PanelClix. Het onderzoek vond plaats van maandag 10 tot maandag 17 mei 2021.

Voor dit onderzoek is de steekproef samengesteld uit hbo- en wo-studenten waarbij is gezorgd voor een representatieve verdeling naar leeftijd en geslacht. Hiervoor zijn CBS-cijfers gebruikt van het laatst beschikbare collegejaar (2019-2020). Er is vervolgens gewogen naar de combinatie van leeftijd, geslacht en onderwijstype zodat de uitkomsten op deze kenmerken representatief zijn voor de Nederlandse studentenpopulatie.

Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=1.000 en een uitkomst van 50% is er sprake van een foutmarge van plus of min 3,1 procentpunt; bij een uitkomst van 5 of 95 procent is deze foutmarge plus of min 1,4 procentpunt.

Volledige rapport

Download hier de volledige rapportage met uitkomsten (pdf; opent in een nieuw venster)

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Milan Driessen

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.