De afvalophaler is onmisbaar, maar zelf willen we het niet zijn

I&O Research voerde in opdracht van de NVRD en de Vereniging Afvalbedrijven een onderzoek uit naar het imago van de vuilnisman en -vrouw. Negen op tien Nederlanders vinden dat ze net zo onmisbaar zijn als andere dienstverleners. Maar slechts vier procent zou zelf in de afvalbranche willen werken.
05 maart 2022 | Peter Kanne | #economie #leefbaarheid

De NVRD en Vereniging Afvalbedrijven hebben I&O Research gevraagd enkele vragen mee te laten lopen in de maandelijkse landelijk representatieve peiling, om te achterhalen wat het imago van vuilnismannen en -vrouwen is. De directe aanleiding hiervoor is de Week van de Afvalhelden die loopt van 7 tot en met 13 maart 2022.

We legden Nederlanders het volgende voor: ‘mensen die zorgen voor ons afval en de openbare ruimte zijn net zo onmisbaar als andere dienstverleners zoals politie en brandweer’.
Negen op de tien Nederlanders zijn het hiermee eens en drie procent is het ermee oneens.

Driekwart van de Nederlanders is het eens met de stelling ‘om het imago van de “vuilnisman/vrouw” te verbeteren moeten de vuilnismannen en -vrouwen meer waardering krijgen’.

Weinig animo om in afvalbranche te werken; vijfde wil wel een dagje meekijken

Veel Nederlanders vinden dat de vuilnismannen en – vrouwen onmisbaar zijn en dat hun imago verbeterd moet worden door ze meer waardering te geven. Maar zelf de handen uit de mouwen steken is heel wat anders: slechts vier procent reageert instemmend op de stelling ‘ik zou graag in de afvalbranche willen werken’, 75 procent is het hiermee oneens.

Een op de vijf Nederlanders zou graag een dagje meelopen bij de afvalinzameling in de eigen buurt (19%). Ook hier zien we geen verschillen wanneer er extra informatie wordt gegeven over de aard van het werk[1]

Nederlanders hebben niet zo’n goed beeld van werk in de afval- en reinigingsbranche

Om erachter te komen of Nederlanders weet hebben van wat er gevraagd wordt in de afvalbranche legden we de volgende stellingen voor:

  • Ik heb eigenlijk geen idee van de eisen die worden gesteld aan het werken in deze branche.
  • Ik heb eigenlijk geen idee wat werken in deze branche in de praktijk inhoudt.

De ene helft van de steekproef kreeg geen extra informatie. Zonder toelichting op wat de eisen en werkzaamheden van vuilnismensen zijn onderschrijft 18 procent de stelling “Ik heb eigenlijk geen idee wat werken in deze branche in de praktijk inhoudt”. Een veel groter deel (53%) is het niet mee eens met deze stelling, waarmee deze groep eigenlijk zegt: ik heb daar wel een idee van.
Ruim een derde (36%) geeft (zonder informatie) aan dat ze “geen idee” hebben van “de eisen die worden gesteld aan werken in deze branche”.

De andere helft van de steekproef kreeg wél extra informatie. We legden deze respondenten de volgende tekst voor:

Het werken in de afval- en reinigingsbranche vraagt steeds meer kennis en vaardigheden op het gebied van mechanisering, digitalisering, voorlichting en communicatie. Dit komt door de toenemende vraag naar een duurzamere en schonere wereld.

Deze respondenten geven veel vaker aan geen idee te hebben ‘wat werken in deze branche in de praktijk betekent’ (was 18% het mee eens, nu 40%) en ‘van de eisen die gesteld worden’ (was 36%, nu 58%).


[1] De weergegeven tekst: ‘Werken in de afvalbranche of openbare ruimte is uitdagend omdat het nuttig en belangrijk werk is en dicht bij de mensen in de wijk staat.’

Verantwoording

I&O Research voerde dit onderzoek uit in opdracht van de NVRD en Vereniging Afvalbedrijven.
De NVRD verenigt Nederlandse gemeenten en hun publieke bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het gemeentelijke afvalbeheer en het beheer van de openbare ruimte. De NVRD vertegenwoordigt en ondersteunt haar leden bij hun bijdrage aan een circulaire samenleving en schone leefomgeving. De Vereniging Afvalbedrijven behartigt de belangen van bedrijven die actief zijn in de totale afvalketen. Als verbinder van belangen en partijen in de keten is de Vereniging Afvalbedrijven een belangrijke partner in de transitie naar de circulaire economie.

Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 14 januari tot maandag 17 januari. In totaal werkten 1.133 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. Het grootste deel van de steekproef (n=1.074) is afkomstig het I&O Research Panel, 59 respondenten deden mee via PanelClix. Dit zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond. 

De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.
Een deel van de vragen is at-random (met/zonder informatie) voorgelegd aan de helft van de steekproef (circa 550 respondenten). Dit is bij de betreffende vragen aangegeven. Door de randomisatie zijn deze  resultaten representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft bovengenoemde achtergrondkenmerken.

U kunt hier het volledige rapport downloaden.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.