De gemiddelde Nederlander is redelijk en gematigd
‘De Nederlandse burger’ wordt vaak omschreven als ontevreden, boos en prikkelbaar. Je kunt maar beter niet aan zijn auto komen, want voor je het weet staan de gele hesjes op het Binnenhof.
Toch zou maar 10 procent van de Nederlandse automobilisten boos worden als het rekeningrijden zou worden ingevoerd, bleek deze week uit een onderzoek van I&O Research in opdracht van de Volkskrant.
Volkskrantjournalist Peter Giesen viel het op hoe redelijk Nederlanders eigenlijk denken over rekeningrijden en zag hetzelfde patroon bij ander onderzoek, onder andere van het SCP.
Giesen interviewde I&O-onderzoeker Peter Kanne met de vraag of hij dit beeld herkende en schreef er een uitgebreid stuk over, dat zaterdag 1 februari verscheen in de Volkskrant.
“De gemiddelde Nederlander is veel redelijker (en talrijker) dan ‘het volk’ dat rechts zegt te vertegenwoordigen. Maar hij is ook minder luidruchtig, en wordt dus minder gehoord.
Het onderzoek bevestigde andermaal dat de ‘gemiddelde Nederlander’ redelijk en gematigd is. Hij maakt zich zorgen over immigratie, maar vindt ook dat vluchtelingen goed moeten worden behandeld. Hij is misschien kritisch over politici, maar heeft vertrouwen in de democratie en andere maatschappelijke instituties. Hij is bereid om iets voor het klimaat te doen, mits de lasten eerlijk worden verdeeld.
‘Nederland is een gematigd land’, zegt Peter Kanne, ‘gematigder dan de landen om ons heen. Het is een land van polderen en convenanten. Het is rijk, stabiel en heeft een goed functionerende democratie. Het vertrouwen in instituties is relatief hoog. Het is een minderheid die zegt: dat zijn allemaal politiek-correcte praatjes, we worden voor de gek gehouden door het partijkartel.’ Die minderheid doet zich graag voor als ‘het volk’ en laat op luidruchtige wijze van zich horen. Vooral sociale media werken erg vertekenend, zegt Kanne: ‘Twitter is een kamer waar ooit een goed gesprek werd gevoerd. Maar alle gematigde mensen hebben de kamer verlaten en nu staan alleen de extremen tegen elkaar te schreeuwen.’ ”
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur