Basisinkomen: evenveel voor- als tegenstanders

Het basisinkomen is een systeem waarin iedereen van de staat een vast inkomen ontvangt. Het maakt daarvoor niet uit of men ook andere inkomsten heeft en men is niet verplicht ervoor te werken.
11 september 2019 | Peter Kanne | #armoede

Het basisinkomen is een systeem waarin iedereen van de staat een vast inkomen ontvangt. Het maakt daarvoor niet uit of men ook andere inkomsten heeft en men is niet verplicht ervoor te werken. Het systeem van belastingen en uitkeringen zoals we dat nu kennen zou verdwijnen. ‘Zou’, omdat het basisinkomen in Nederland op deze manier niet voorkomt (ook niet in andere landen). Op verzoek van de Vereniging Basisinkomen legden we eind augustus de vraag of men het systeem van een basisinkomen een goed idee vindt voor aan een representatieve steekproef. Het was dezelfde vraag die Maurice de Hond in april 2016 in opdracht van de Vereniging Basisinkomen voorlegde. We hebben de vraag uit 2016 letterlijk herhaald.

Meer kiezers twijfelen

Het aandeel Nederlanders dat het basisinkomen een goed idee vindt, is ongeveer gelijk aan 3,5 jaar geleden: 38 procent (was 40 procent in 2016; geen significant verschil). Wel zien we een significante verschuiving van ‘nee, geen goed voorstel’ (van 45% naar 37%) naar ‘weet ik niet’ (van 15% naar 26%). Minder kiezers staan dus negatief tegenover het basisinkomen dan in 2016 en meer kiezers twijfelen. 

Figuur 1. “Er is een voorstel om te komen tot een basisinkomen: iedereen zou van overheidswege een bepaald – beperkt – inkomen ontvangen, ongeacht andere inkomsten en zonder de verplichting om zich beschikbaar te stellen voor de arbeidsmarkt. Het systeem van belastingen en uitkeringen wordt hier dan op aangepast. Vindt u dit een goed voorstel?”

Vooral kiezers linkse partijen voorstander

Kiezers van de Partij voor de Dieren, SP en GroenLinks zijn in meer dan de helft van de gevallen voor het basisinkomen. Onder PvdA-kiezers is dat iets minder dan de helft (47%).
Kiezers van VVD, SGP en Forum voor Democratie zijn het vaakst (meer dan de helft) tegen een vorm van basisinkomen. Ook PVV- en CDA-kiezers zijn – per saldo – eerder negatief dan positief.

VVD- en CDA-kiezers iets minder negatief dan in 2016

Kiezers van VVD en CDA zijn nu minder negatief over het basisinkomen dan 3,5 jaar geleden. Onder VVD-kiezers daalde het aandeel ‘geen goed voorstel’ van 73 procent naar 58 procent; onder CDA-kiezers ging het van 61 naar 41 procent. Ten dele staan deze kiezers nu positiever tegenover het basisinkomen, ten dele weet men het nu vaker niet.

Gewenste hoogte basisinkomen: tussen 800 en 1.000 euro

Degenen die positief staan tegenover het basisinkomen antwoorden uiteenlopend op de vraag ‘Hoe hoog zou het basisinkomen wat u betreft moeten zijn?’ Hierbij is een aantal inkomenscategorieën vooraf gedefinieerd. Eén op de vijf voorstanders zegt: 700 euro per maand of minder. Een substantieel deel antwoordt 800 tot 1.000 euro (samen 42%). En nog eens ruim een kwart van de voorstanders (28%) vindt dat het meer dan duizend euro moet zijn. Gemiddeld komt dit op 930 euro.

Figuur 2. Hoe hoog zou het basisinkomen (het individuele netto maandinkomen) wat u betreft moeten zijn? (basis: vindt basisinkomen goed voorstel, n=887)

Bijna de helft (48%) van de Nederlanders ziet voordelen aan het basisinkomen; een groter deel – 58 procent – ziet nadelen

Voordelen van het basisinkomen

Als voordelen van het basisinkomen noemen respondenten:

  • Het terugdringen van armoede
  • Het tegengaan van stress onder werkenden met een relatief lage inkomen
  • Mensen kunnen zelf bepalen hoe ze hun tijd inrichten (en dus gelukkiger worden)
  • Mensen kunnen meer tijd besteden aan vrijwilligerswerk, mantelzorg, kunst, etc.
  • Fraude met uitkeringssystemen wordt tegengegaan
  • Bureaucratie wordt tegengegaan, controleapparaat kan verdwijnen
  • Het systeem met een basisinkomen zal uiteindelijk kostenbesparend werken

Nadelen van het basisinkomen

Als nadelen van het basisinkomen noemen respondenten:

  • Drive om te werken verdwijnt, minder mensen gaan werken, slecht voor economie, innovatie, etc.
  • Er zal – vooral bij een krappe arbeidsmarkt – een tekort aan personeel ontstaan
  • Het systeem is gevoelig voor misbruik en fraude
  • Controle blijft nodig, dus zal bureaucratie (opnieuw) toenemen
  • Het zal een aanzuigende werking hebben op arbeidsmigranten
  • Ook mensen die het financieel niet nodig hebben krijgen het
  • Minder mensen moeten het geld verdienen voor (nog) meer mensen

Verantwoording

I&O Research voerde dit landelijk representatieve onderzoek uit onder 2.262 Nederlanders van 18 jaar en ouder. Het onderzoek liep van donderdag 29 augustus tot en met dinsdagochtend 3 september 2019. De resultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, opleiding, regio en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2017. Het grootste deel van de deelnemers is afkomstig uit het I&O Research Panel (n=2.110). Daarnaast zijn 152 deelnemers via PanelClix benaderd om deel te nemen aan dit onderzoek.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.