Acht op de tien gemeenten werken aan rookvrije omgeving
De Rijksoverheid streeft naar een Rookvrije Generatie in 2040. Dit doet zij samen met de organisaties in het Nationaal Preventieakkoord. Bij de realisatie van de Rookvrije Generatie spelen gemeenten een belangrijke rol. Bij de realisatie van de Rookvrije Generatie spelen gemeenten een belangrijke rol en steeds meer gemeenten houden zich hier mee bezig. Acht op de tien gemeenten in Nederland zetten zich in om locaties zoals schoolterreinen en speeltuinen binnen de gemeente, rookvrij te maken. De rol die zij hierbij spelen is vaak ondersteunend en minder vaak proactief en aanjagend. Er liggen dus, ook bij actieve gemeenten, nog steeds kansen voor het realiseren van een Rookvrije Generatie.
Meer gemeenten bezig met rookvrije omgeving
In totaal is 83 procent van de gemeenten actief op het gebied van rookvrij, in 2020 gold dit voor 73 procent van de gemeenten. Ruim de helft van de gemeenten (55%) ondersteunt of ontplooit rookvrije activiteiten onder de noemer van de Rookvrije Generatie en een kwart (28%) is wel actief, maar niet onder deze noemer (zie figuur 1). Aandachtspunt zijn kleinere gemeenten (met minder dan 20.000 inwoners) waar het aandeel actieve gemeenten aanzienlijk lager ligt (65%).
Intenties bij niet-actieven voor plannen in 2021 of 2022
Van alle gemeenten is 16 procent niet actief op het gebied van rookvrij. De helft van deze gemeenten (54%) noemt als reden dat zij weliswaar nog niet actief zijn, maar wel bezig zijn met plannen hiervoor. Daarnaast noemt een aanzienlijk deel van de niet-actieve gemeenten een gebrek aan beleidsprioriteit (37%) of tijd (22%). Van alle gemeenten die op dit moment niet bezig zijn met rookvrij, heeft driekwart (77%) de intentie om wel actief te worden in 2021 of 2022 (niet in figuur).
Beleidsmatige vastlegging lijkt belangrijk voor inzet van gemeenten
Van de gemeenten die actief zijn legt 61 procent dat beleidsmatig vast (51% van alle gemeenten) (zie figuur 2). Dit is een toename ten opzichte van 2020 (43%). Van de actieve gemeenten die dit niet hebben vastgelegd heeft een ruime meerderheid (84%) plannen om dit komend of volgend jaar te doen (zie figuur 3). In gemeenten die hun activiteiten op het gebied van rookvrij beleidsmatig hebben vastgelegd lijkt de inzet voor een rookvrije omgeving groter te zijn. Zo is er vaker commitment van het college voor de Rookvrije Generatie, dragen ambtenaren de boodschap van de Rookvrije Generatie vaker uit en zijn er meer uren en middelen beschikbaar voor de uitvoer van rookvrij-beleid. Ook vervullen deze gemeenten vaker een aanjagende (meer proactieve) en regelgevende rol bij het rookvrij maken van de gemeente.
Bredere rol bij rookvrij maken van locaties
Acht op de tien Nederlandse gemeenten (80%) spelen een rol bij het rookvrij maken van locaties binnen de gemeente. Dit aandeel ligt iets hoger dan vorig jaar (77%). Gemeenten geven vooral vorm aan deze rol door buitensportlocaties (68%) en schoolterreinen (60%) rookvrij te maken. Beide gebeurt vaker dan in 2020 (toen respectievelijk 58% en 53%). Gemeenten met minder dan 20.000 inwoners doen dit minder vaak dan grotere gemeenten.
In de meeste gevallen hebben gemeenten een ondersteunende rol in het rookvrij maken van locaties (79%). Zij stellen bijvoorbeeld materiaal, informatie of de inzet van mensen beschikbaar. Ruim vier op de tien gemeenten (45%) hebben een aanjagende, meer proactieve rol en geven bijvoorbeeld bekendheid aan rookvrije initiatieven of organiseert bijeenkomsten om partijen te activeren op het thema. Slechts 10 procent van de gemeenten voert rookvrij-beleid door lokale regelgeving op te stellen of aan te passen om het rookvrij maken van locaties te stimuleren.
Ondersteuning vanuit GGD
GGD’en ontvangen subsidie om gemeenten te ondersteunen op het gebied van rookvrij-beleid. In totaal krijgt driekwart van de gemeenten (veel) hulp van de GGD op het gebied van rookvrij en 16 procent in beperkte mate. De ondersteuning door de GGD is het hoogst (92%) in grote gemeenten (>100.000 inwoners) en het laagst (62%) in kleine gemeenten (tot 20.000 inwoners). Kleine gemeenten zijn ook minder vaak bekend met de mogelijkheden van de GGD om ondersteuning te bieden. Met het vergroten van deze bekendheid zou wellicht het gebruik van ondersteuning van de GGD kunnen toenemen in kleine gemeenten.
Roken bijna altijd opgenomen in preventieakkoord
Ruim vier op de tien gemeenten hebben een lokaal preventieakkoord (45%), roken lijkt hierin vrijwel altijd opgenomen. Zeven op de tien gemeenten hebben (ook) een sportakkoord, in 42 procent van alle gemeenten is roken opgenomen in dit sportakkoord. Roken wordt dus vaker opgenomen in het preventieakkoord dan in het sportakkoord. Gemeenten die actief zijn op het gebied van rookvrij en waar dit beleidsmatig is vastgelegd hebben vaker een preventieakkoord en/of sportakkoord waar roken onderdeel van uitmaakt dan gemeenten die niet actief zijn op het gebied van rookvrij of hun activiteiten niet hebben vastgelegd in beleid.
Weinig gemeenten faciliteren stoppen met roken interventies
Een kwart van de gemeenten faciliteert interventies voor medewerkers om te stoppen met roken. Een klein deel van de gemeenten (7%) doet dit ook voor inwoners en 18 procent speelt een beperkte rol in het faciliteren van interventies voor inwoners. Gemeenten die interventies faciliteren bieden bijvoorbeeld cursussen aan, leiden stopcoaches op of maken afspraken met zorgverzekeraars over het vergoeden van interventies via de collectieve ziektekostenverzekering van de gemeente. Met name in kleine gemeenten en/of gemeenten zonder rookvrij-beleid worden geen interventies om te stoppen met roken voor inwoners gefaciliteerd.
Verantwoording
Om de voortgang van de beweging op weg naar een Rookvrije Generatie te meten, heeft I&O Research net als in 2020 in opdracht van Gezondheidsfondsen voor Rookvrij een online vragenlijst uitgezet onder alle Nederlandse gemeenten. Het veldwerk liep van begin februari tot en met half maart 2021.
Gemeenten werden per e-mail uitgenodigd voor het onderzoek en ontvingen ook per e-mail één of meerdere herinneringen. Gemeenten die de vragenlijst daarna nog niet hadden ingevuld, werden gebeld om hen te motiveren om mee te doen.
In totaal vulden 256 van de 352 gemeenten de vragenlijst volledig in: een respons van 73 procent. De gemeenten die hebben deelgenomen zijn qua gemeentegrootte, regio, stedelijkheid en rookprevalentie representatief voor alle Nederlandse gemeenten. Met een nauwkeurigheidsmarge van 3,2 procent en betrouwbaarheid van 95 procent kunnen uitspraken worden gedaan over alle gemeenten in Nederland.
Vragen?
Voor het (gedeeltelijk) overnemen van deze publicatie in bijvoorbeeld een persbericht, op een website of op sociale media, neem eerst contact op met Gezondheidsfondsen voor Rookvrij:
Patricia van Rossum (Strategisch Communicatieadviseur), 06 51541152.
Voor meer informatie over het onderzoek, kunt u contact opnemen met Roy van der Hoeve, 020-30848 54 (I&O Research).
Roy van der Hoeve
Onderzoeksadviseur
Naïma van Huizen
Onderzoeker