2G nieuwe splijtzwam in de coronasamenleving
Steun voor coronabeleid fors gedaald
Na een relatief stabiele periode, waarin de algemene steun voor het coronabeleid van het kabinet rond de 60 procent schommelde, daalt dit nu fors. Voor het eerst sinds we dit draagvlak meten (maart 2020) heeft een ruime meerderheid – 57 procent – nu in beperkte mate of geen vertrouwen. 42 procent staat er volledig of grotendeels achter. In oktober was dit nog respectievelijk 36 niet en 64 procent wel. In mei 2021, toen de tot nu toe laagste steun is gemeten, steunde 56 procent het coronabeleid grotendeels of helemaal en 42 procent niet.
Ook de steun voor maatregelen m.b.t. gezondheid en economie daalde fors.
De daling in steun is volledig te verklaren doordat gevaccineerden nu veel minder achter het coronabeleid staan. Was dat in oktober nog 70 procent, nu is dat nog 46 procent. Een groter deel van de gevaccineerden (50%) staat nu beperkt tot niet achter de aanpak van het kabinet.
Onder niet-gevaccineerden was dat al heel laag (9% steunde het beleid) en blijft het heel laag (10% steunt nu het beleid, geen significante stijging).
Verdeeldheid over hoe strikt of soepel maatregelen moeten zijn
Zes op tien vinden de beperkte lockdown terecht en ook staan de meeste mensen wel achter de meeste andere maatregelen. De verdeeldheid in de samenleving is complexer. Men verwijt het kabinet vooral gebrek aan daadkracht en zwalkend beleid. Maar liefst de helft (48%) van de Nederlanders vindt achteraf dat de versoepelingen van 25 september onverantwoord waren (al vond in oktober nog slechts 18 procent dat).
Tot nu toe zagen we echter dat het volk in sterke mate achter de richting van nieuw afgekondigde maatregelen ging staan. Nu – na het afkondigen van de beperkte lockdown, afgelopen vrijdag – zien we dat niet, maar zien we ultieme verdeeldheid: een derde (33%) staat hier achter, een derde (33%) vindt dat er striktere maatregelen nodig zijn en 28 procent wil dat maatregelen versoepeld worden (17%) of wil ze zelfs helemaal loslaten (11%).
Kloof tussen gevaccineerden en ongevaccineerden verdiept zich
Hier loopt als een rode draad doorheen dat gevaccineerden steeds minder begrip kunnen opbrengen voor de ongevaccineerden. Ze vinden nu in sterkere mate dat maatregelen die beperkend zijn voor niet-gevaccineerden moeten worden doorgevoerd.
Terwijl niet-gevaccineerden zich steeds meer in de hoek gezet voelen, zij zien zich verder in hun vrijheden beperkt en ervaren de overheid steeds meer als een ‘dictatuur’. Een niet-gevaccineerde: “QR en 2G is discriminatie, neigt naar vaccinatiedwang.”
Beide groepen verwachten van de overheid veel meer (lange termijn) visie en daadkracht. Degenen die strengere maatregelen willen denken dat deze maatregelen te weinig zoden aan de dijk zetten. Ze vragen om een volledige lockdown of 2G. Of een combinatie.
Degenen die het soepeler willen of helemaal met de maatregelen willen stoppen geven vooral blijk van veel teleurstelling, wantrouwen en cynisme. Veel mensen in deze groep vinden dat de overheid de maatregelen misbruikt om burgers te kunnen controleren. Ook zegt men dat het met de zorg wel meevalt, men vindt de verwijzing naar de overvolle ic’s een oneigenlijk argument.
Ook valt op dat binnen elke groep tegengestelde opvattingen leven. Bijvoorbeeld, in alle groepen komen sterke voor- én tegenstanders van 2G voor.
Hieronder de belangrijkste argumenten samengevat.
2G verdeelt het land
Een nipte meerderheid (55%) steunt het 2G-principe. Maar een substantiële minderheid (31%) niet. Logischerwijs staan de meeste mensen die niet gevaccineerd niet achter 2G: 93 procent van hen is het er mee oneens. Van de gevaccineerden steunt het merendeel (63%) het 2G-idee wel, maar lang niet iedereen (22% niet, 16% oordeelt neutraal of weet het niet).
Wie zijn tegen 2G?
Opvallend is dit meningsverschil door hele bevolkingsgroepen heen gaat. Vaak zien we dat zoiets sterk bepaald wordt door opleidingsniveau, inkomen of stedelijkheid, maar deze verschillen zijn hier verwaarloosbaar. Wel zien we dat jongeren vaak tegen zijn (tot 35 jaar is maar 35 procent het ermee eens, 65+: 78%) en hetzelfde geldt voor niet-westerse migranten: slechts 37% is het ermee eens.
De verschillen worden vooral bepaald door hoe men in het leven staat, qua waarden, religie of vertrouwen in de overheid. De verdeling naar politieke voorkeur is enerzijds voorspelbaar (van de FvD-stemmers is maar 10% voor, 90% is tegen), maar ook saillant. Niet alleen kiezers van SGP, maar ook die van coalitiepartij CU zijn – per saldo – vaker tegen dan voor. Terwijl PVV-, JA21-en SP-stemmers in meerderheid voor zijn.
Verantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 12 november 19.30 uur (direct na de persconferentie) tot maandagochtend 15 november 9.00 uur.
In totaal werkten 1.188 / 2.207 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek.
Het grootste deel is afkomstig het I&O Research Panel, een kleiner deel (210) uit PanelClix.
Dit zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratie-achtergrond. (In totaal werkten 259 Nederlanders met een niet-westerse migratie-achtergrond aan het onderzoek, gewogen: 267).
De stellingen (paragraaf 2.8 t/m 2.11) werden voorgelegd aan n=2.207 respondenten.
De overige vragen (paragraaf 2.1 t/m 2.7) werden voorgelegd aan n=1.188 respondenten.
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.
U vindt het volledige rapport hier.
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur