Woningmarkt een van de grote vraagstukken van deze tijd

De meeste Nederlanders, 97 procent, vinden dat er problemen op de woningmarkt zijn en er te weinig goede en betaalbare woningen voorhanden zijn. De problemen zijn dermate groot dat de woningmarkt als een van de grootste vraagstukken van deze tijd wordt gezien. Dit blijkt uit onderzoek door I&O Research in opdracht van de SP.
12 september 2020 | Peter Kanne & Wietse van Engeland

De meeste Nederlanders, 97 procent, vinden dat er problemen op de woningmarkt zijn en er te weinig goede en betaalbare woningen voorhanden zijn. De problemen zijn dermate groot dat de woningmarkt als een van de grootste vraagstukken van deze tijd wordt gezien.

De coronacrisis wordt het meest genoemd als probleem, hierna volgt de woningmarkt. Hiermee is het aandeel van de Nederlanders dat de woningmarkt als probleem ziet groter dan het aandeel dat klimaatverandering of economische crisis als groot vraagstuk ziet. 

Nederlanders met een laag inkomen besteden relatief veel aan huur

Het is niet vreemd dat de woningmarkt als een van de grote vraagstukken wordt gezien, aangezien problemen op de woningmarkt een grote impact op het leven van mensen hebben. De meeste huurders betalen tussen de 500 en 700 euro per maand. Voor veel huurders vormt de huur een grote maandelijkse kostenpost: de helft (53%) van de huurders besteedt tussen de 25 en 50 procent van hun inkomen aan de huur, voor tien procent bedraagt de huur zelfs meer dan de helft van het maandinkomen. Met name Nederlanders met een laag inkomen besteden een groot deel van hun inkomen aan de huur.

Bijna niemand vraagt huurverlaging aan

Drie kwart van de huurders overkwam een huurverhoging. Ruim een derde (36%) van de huurders vindt de verhoging redelijk, zestig procent vindt de verhoging niet zo redelijk of zeer onredelijk. In plaats van een algehele bevriezing van de huren af te kondigen maakte Minister Ollongren het mogelijk om huren tijdelijk te verlagen. Aan huurders werd de mogelijkheid geboden om een tijdelijke huurverlaging aan te vragen om hen tegemoet te komen tijdens de coronacrisis. Een klein deel, twee procent, heeft hier gebruik van gemaakt en zes procent zegt van plan te zijn dit nog te gaan doen.

Huurders die door de huurverhoging in de problemen komen, konden dit jaar bij hun woningcorporatie of andere verhuurder om een tijdelijke huurverlaging vragen. Heeft u dit gedaan?

Helft huurders verwacht geen effect van aanvraag huurverlaging

Een klein deel, twee procent, van alle huurders heeft een tijdelijke huurverlaging aangevraagd, verreweg de meeste huurders hebben dus (nog) geen huurverlaging aangevraagd. De helft van deze huurders (47%) heeft geen aanvraag gedaan omdat ze niet verwachten dat deze aanvraag een effect zal hebben.

Als er een huurverlaging wordt aangevraagd lijkt dit in relatief weinig gevallen effect te hebben. Hoewel het maar om weinig mensen gaat zien we dat in twee derde van de gevallen (68%) deze aanvraag niets opleverde. In een kwart (28%) van de gevallen had dit resultaat en ging de huurverhoging niet door of werd deze lager. De maatregel om door middel van een tijdelijke huurverlaging Nederlanders tegemoet te komen tijdens de coronacrisis lijkt hiermee maar zeer beperkt te werken: weinig huurders vragen dit aan en als het wordt aangevraagd heeft het meestal geen resultaat.

Merendeel: niet uitvoeren motie om huren te bevriezen overwegend onacceptabel

De Eerste Kamer heeft (via een motie) de wens uitgesproken om de huren per 1 juli dit jaar tijdelijk niet te verhogen, zowel voor de sociale als de vrije sector. Het merendeel van Nederlanders is met dit verzoek (globaal) bekend. De meerderheid, 59 procent, vindt het onacceptabel dat de minister de motie niet heeft uitgevoerd. Kiezers van bijna alle partijen (met uitzondering van VVD en D66) vinden het niet-uitvoeren van de motie in meerderheid onacceptabel. Dit geldt voor partijen van links tot rechts, maar het meest zijn de kiezers van de SP hier tegen (84%).

Zeven op de tien: kabinet doet te weinig aan problemen op de woningmarkt 

Zeven op de tien Nederlanders (69%) zijn van mening dat het kabinet te weinig doet om problemen op de woningmarkt aan te pakken. Maatregelen die het kabinet mogelijk zou kunnen nemen zijn:

  • Verhuurders die zich stelselmatig niet aan de regels houden te onteigenen. Zeven op de tien (71%) Nederlanders vinden dit een goede maatregel. Onder alle kiezersgroepen is de meerderheid hier voor.
  • Weer een zelfstandig ministerie voor Volkshuisvesting in het leven roepen. Drie op de vijf Nederlanders vinden dit een goed idee.
  • Een huurstop afkondigen. Deze maatregel zou inhouden dat de huren niet verder stijgen. Ook hier zijn de meeste Nederlanders (57%) zijn hier voor.

Verantwoording

De SP heeft I&O Research gevraagd een landelijk representatief onderzoek te doen naar hoe Nederlanders denken over het verhogen van de huren in de (corona)crisistijd en wat zij vinden van de manier waarop het kabinet het woningtekort en de wooncrisis aanpakt. In de uitnodiging is niet gezegd wie de opdrachtgever van het onderzoek was. Dit onderzoek vond plaats van donderdag 6 augustus tot maandagochtend 10 augustus 2020. Er werkten in totaal 3.650 Nederlanders mee aan dit onderzoek.

De resultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, opleiding, regio en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 en daarmee representatief voor Nederlanders van 18 jaar en ouder op deze kenmerken.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

afbeelding

Wietse van Engeland

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.